XAK STORY(1) Vanwege de vele positieve reakties die ik kreeg op mijn Snatcher-story heb ik besloten wederom mijn woordenboek ter hand te nemen en een spel uit te spitten.... Ditmaal de Xak-serie. Ik bespreek deze in meerdere delen, omdat hij te omvangrijk is om ineens te doen. Ik begin met het verhaal dat zo'n beetje Xak-1 omvat... Eeuwenlang regeerden de machtige goden de wereld die door hun geschapen was. Dankzij hun leidende kracht leefden verschillende rassen al lange tijd in vrede en harmonie met elkaar. Een vrede, waaraan spoedig een eind zou komen..... Een boosaardig ras verscheen ten tonele, wiens macht en invloed zich snel uitbreidde. Het waren boosaardige demonen, die door het aanwenden van hun vreemde krachten alles wilden vernielen wat de goden hadden geschapen. Hoewel de macht van de goden snel afnam, wisten ze in hun laatste gevecht de demonen nog n keer terug te drijven uit de wereld. Ze namen toen een besluit: de wereld zou voortaan in drien verdeeld worden: 3 werelden voor 3 rassen... Zo werden "Xak", de mensenwereld, "Orshanity", de elfenwereld en "Zekisis", de demonenwereld geschapen. (NOOT: Dit verhaal wordt zo'n beetje in de begindemo van XAK 2 verteld. Chronologisch zou je er echter het Xak verhaal mee moeten beginnen, wat ik dus ook heb gedaan) Toch bleven de goden aan macht en invloed verliezen, en daar- om namen ze een tweede besluit: ze zouden zich begeven onder de mensen en zelf sterfelijk worden. Zo wilden ze hun scheppingen onderwijzen en leren hoe ze zich zelf moesten beschermen tegen kwade invloeden. Hoewel ze langer leefden dan normale mensen, stierven de go- den al snel uit. Maar hun macht bleef bestaan, beschikbaar voor iedereen die wist hoe hij die moest gebruiken. De kracht werd 'magie' genoemd en degenen die er gebruik van maakten waren de leden van het magirsgilde... Voordat de goden uitstierven vond er nog n belangrijke ge- beurtenis plaats. Een wreed monster, Badu genaamd, stal een machtig magisch kristal van de oorlogsgod Duel, splitste het in drie delen en vluchtte ermee weg. Woedend volgde Duel het monster en ze leverde strijd op de noordelijke vlakte, dicht bij de sneeuwgrens. Duel versloeg Badu en sloot zijn geest op in een ruimte onder de vlakte voor eeuwig. Meer dan 200 jaar gaan voorbij. De generaties mensen komen en gaan. Koning Sarias is de eerste vorst van het grootste mensenkoninkrijk Wavis. Onder zijn koningschap maakt Wavis een vreedzame tijd door. De koning heeft de drie beste strijders in het land, de "3 zwaardmeesters van Wavis" als helpers en dit trio bestrijdt het kwade in het hele land en zijn alom geliefd bij het volk en gevreesd bij hun vijanden.... Als na 10 jaar een nieuwe koning de troon bestijgt (Arband), gaan de drie "zwaardmeesters" uit elkaar en zoeken elk hun eigen weg. En ervan is Dork Kart, een lijrechte afstammeling van Duel. Hoewel Dork vrouw en kind heeft in het dorpje Feares, blijft zijn drang naar avontuur overheersen. Hij trekt het hele land door op zoek naar avontuur. Totdat hij op een vlakte in het verre noorden belandt... Helaas komt hij te dicht bij Badu's ondergrondse gevangenis en raakt onder diens hypnotische invloed. Hij wordt gedwongen het magische zegel dat Badu gevangen houdt, te verbreken. 250 jaar na zijn oplsluiting leeft Badu weer... Dork wordt weggeslingerd door de explosie die Badu's wederopstanding vergezelt. Van hem wordt niets meer vernomen. Badu wekt een leger van monsters tot leven en laat dit leger een grootscheepse plundertocht door Wavis beginnen. Om Wavis te redden weet de koning maar n ding te doen: Dork Kart, de enige zwaardmeester waarvan zeker is dat hij nog in leven is (althans, dat hoopt de koning) en Duels afstammeling moet gevonden worden. Alleen hij zal Badu kunnen verslaan. Daar- om stuurt hij een kleine boodschapperself, Pixie, eropuit om Dork te vinden. Pixie vliegt meteen naar Feares, Dorks woonplaats. Daar vindt ze niet Dork, maar via Alice, de kleindochter van de burge- meester, ontmoet ze Latok, Dorks zoon (hier begint overigens Xak 1). Pixie weet Latok over te halen om de wapens ter hand te nemen en het gevaar te gaan bestrijden. (bij het kopen van wapens en het rondlopen door het dorp krijg je trouwens het nodige commentaar over je heen van de dorpelingen. "Een strij- der?! Jij? Hahaha..."). Latok baant zich een weg door de slijmpies, goblins en ander tuig dat buiten het dorp rondzwerft en zijn eerste heldhaf- tige daad is het redden van een meisje, Fray, uit een bos vol weerwolven. In opdracht van haar vader brengt Latok haar in veiligheid, naar het hospitaal van Feares. Frays vader vertelt Latok ook dat er demonische machten in het bos zijn binnengeslopen. Een grote boom in het midden van het bos lijk beze- ten te zijn van een kwade geest. Als er niet snel iets gedaan wordt, zal zijn invloed zich over het hele bos uitbreiden. Latok zoekt deze boom op en na een hevig gevecht weet hij de geest eruit te verdrijven. Door Frays vader wordt hij over- stelpt met dankbetuigingen. Eenmaal terug in het dorp hoort hij dat er weer problemen zijn. Het nabijgelegen fort Morum schijnt bezet te zijn door monsters. Latok begeeft zich meteen op weg.... In het fort blijkt het garnizoen van het fort bijna volledig te zijn uitgemoord, er zijn nog maar enkele soldaten in leven. Na wat voor boodschappenjongen te hebben gespeeld voor deze soldaten, weet hij drie sleutels te bemachtigen. Hij vindt ook een kistje, dat door de garnizoenscommandant Nill Bow daar is neergelegd en dat voorlopig nog niet te ope- Een is omdat er een ijs-slot op zit (frappant is dat hier al wordt verwezen naar Xak 2. Bij het kistje zit een briefje, waarop staat dat als Nill sterft de inhoud van het kistje moet worden overgedragen aan Fell Bow in het noordelijke dorpje Banuwa, waar je dus in Xak 2 komt...). Enfin, met de 3 sleutels weet Latok bij het oppermonster in het fort te komen: een waterdraak. Na het verslaan van dit beest, wordt hij voor het eerst toegesproken door zijn voorvader Duel... Volgens Duel is het de taak van Latok om Badu te verslaan. Dit kan hij echter alleen als hij de 3 Xak-kristallen die Badu heeft gestolen, weer te verenigen. De drie herbergen elk een bepaalde kracht en samen vormen ze,als een wit kristal, een symbool voor de kracht van de Xak-wereld. In het hol van de waterdraak vindt Latok al een kristal... Van n van de soldaten in het fort hoort Latok dat de monsters uit een grot kwamen in de buurt van het dorpje Normana, dat niet ver van Feares ligt. Op zijn weg ernaartoe wordt Latok gehinderd door een gedaante- verwisselaar. Dit beest doet zich voor als Bobby, de zoon van de wapenhandelaar in Feares. Hij doet alsof hij gewond is en vraagt Latok hem op zijn rug te nemen en naar Feares te brengen (met het doel zijn tanden in Latoks nek te zetten.....). Latok weet hem te ontmaskeren, omdat de valse Bobby Latoks zwaard verkeerd benoemt, en dat terwijl hij de hele dag driftig wapenleer moet studeren van zijn vader.... Afijn, na deze onderbreking bereikt Latok door kokende lava het dorpje Normana. Hier komt hij Pixie weer tegen en van de burgemeester hoort hij dat de monsters afkomstig zijn uit een groot grottencomplex onder de grond. De ingang is via een liftje te bereiken, en de burgemeester geeft hem toestemming dit te gebruiken. Eenmaal beneden in de grotten, komt Latok al snel een vent te- gen, die opgesloten zit in een cel, uitgehouwen in de rotsen. Hij vraagt Latok hem te helpen en zegt dat monsters hem daar hebben opgesloten. Latok helpt hem, en de vent verdwijnt daarna naar het dorp, hij heeft nog een rekening te vereffenen met de bewoners. Latok, zich afvragende wat de man daarmee bedoelt, gaat ook terug naar Normana. Hier aangekomen blijken alle bewoners spoorloos verdwenen te zijn. De kerel die Latok heeft bevrijd blijkt Zune te zijn, een gevaarlijk oorlogszuchtig monster dat door de bewoners van het dorp in de grotten is opgesloten. Nu heeft hij, bevrijd door Latok, de dorpsbewoners gevangen gezet. Hij biedt Latok aan zich bij hem aan te sluiten en samen Wavis te plunderen. Als deze weigert, valt Zune hem aan en na een verhit gevecht wordt het monster verslagen. Van de dankbare burgemeester ontvangt hij een ESP-medaille, waarmee hij met de doden kan communiceren. Latok duikt opnieuw de grotten in, houdt wat gesprekken met skeletten, voert een zeerover dronken en bemachtigt een rood juweel, buit van de zeerovers. Hij opent wat geheime doorgangen en tenslotte belandt hij bij een paar 'rockbiters'. Deze stenen wezens willen Latok alleen doorlaten als hij kan bewijzen dat hij door de koning is gestuurd. Van Pixie kreeg hij al een koninklijk wapenschild, dus dat is geen probleem. Uiteindelijk komt Latok bij de 'laatste poort', die echter bewaakt wordt door een Fire Element en een Water Element. Na een fikse knokpartij met deze jongens kan Latok zijn weg voortzetten. De laatste poort blijkt geflankeerd te zijn door twee sfinx-beelden, die Latok alleen door willen laten als hij het rode juweel laat zien. Latok komt nu in Nemuna, een ondergronds dorpje, bewoond door vriendelijke hobbits. De burgemeester vertelt hem, dat het in het nabijgelegen grottenstelsel krioelt van de monsters, en dat ze regelmatig worden lastig gevallen door een 'man met een zwarte mantel', een geheimzinnige figuur. Latok gaat op weg, en ontmoet al snel Cain, een tovenaar die door de man met de zwarte mantel is betoverd en in een geest is veranderd. Om weer mens te worden, heeft hij een 'dispel scroll' nodig, die helaas nergens te koop is. Gelukkig weet Latok later toch zo'n scroll te bemachtigen, na het helpen van een kabouterfamilie die in een kist woont in de grotten. Cain wordt teruggetoverd in een mens en uit dankbaarheid geeft hij Latok zijn huisdier cadeau: de afge- richte eekhoorn Rabby. Even later komt Latok Rune tegen, een rondtrekkende strij- der die in de grotten is aan het kamperen. Rune vertelt Latok dat hij ook een afstammeling is van de goden en dat hij is uitverkoren om Badu te verslaan. Om zijn bewering kracht bij te zetten, showt hij Latok nog even zijn schitterende zwaard... Latok zet zijn weg alleen voort, nadat hij van n van de Hobbits heeft gehoord dat Pixie is ontvoerd door de man met de zwarte mantel.... Na vele gevechten klimt Latok nivo voor nivo omhoog in de grotten, en komt tenslotte de beruchte man met de zwarte man- tel tegen. Hij blijkt Necromancer te heten, meester over de doden. Hij heeft Pixie aan Badu overgeleverd... Hij wekt een legertje doden tot leven, die Latok meteen aanvallen. Deze weet Latok echter allemaal te verslaan, terwijl Necromancer bewonderend toekijkt. Hij laat Latok weten dat ze iemand als hem goed kunnen gebruiken. Of hij zich niet bij hen wil aansluiten? Latok weigert dit natuurlijk en Necromancer verdwijnt, met de voorspelling dat ze elkaar vast nog wel eens ergens zullen tegenkomen. Latok verlaat de grotten en komt nu in een lava-landschap, waarin het 'kasteel van vuur' staat. Hij treft al snel de kasteelbe- volking, die is verjaagd door de monsters die het kasteel hebben bezet. Na wat rondsnuffelen in het kasteel vindt Latok tenslotte een Drakenring, een voorwerp dat voorlopig nog nutteloos blijft. Als hij uiteindelijk in een zeer hete ruimte komt, gaat Nills kistje (dat Latok in het fort had gevonden) door de hitte open. Erin vindt Latok het tweede Xak-kristal. Met de drakenring roept Latok nu een blauwe draak op, die hem naar Badu's tempel zal brengen. Na een gevaarlijke vliegtocht ontmoet hij Salamander, een do- delijke vuurdraak die de tempel van Badu bewaakt. Met veel manouvreerwerk weet Latok deze draak te verslaan. Hij landt op een rotspunt. Daar treft hij Rune aan, die gewond op de grond ligt. Hij is aangevallen door Salamander en kan niet meer verder. Het komt nu helemaal op Latok aan. Rune geeft hem het derde en laatste Xak-kristal, dat hij al heeft weten te bemachtigen, en zijn 'Great Sword'. Voordat hij bij Badu's tempel kan komen, moet Latok eerst een 'alfabet-teleportatie'-raadsel oplossen, dat hem heel wat hoofdbrekens kost. Maar het lukt hem tenslotte, en dan staat hij voor Badu's schuilplaats... Hier wordt Latok door Duel aangesproken, die hem vraagt de drie kristallen terug te geven, zodat ze weer hun rechtmatige plaats kunnen innemen. Hij zal Latok dan de kracht geven die nodig is om Badu te verslaan (en die is, geloof ik, de 'force-shot', want vanaf dit moment heb je deze kracht). Latok gaat het gebouw binnen en treft daar Pixie aan, die bezeten is door Badu. Deze laatste vertelt hem, dat Latoks vader degene was die hem weer tot leven wekte. Hij neemt echter aan dat Dork bij de explosie werd gedood. Badu komt nu uit zijn hol omhoog en valt Latok aan. In een titanische strijd verslaat Latok de boosaardige Badu, die nooit meer een bedreiging zal kunnen vormen voor de Xak wereld. Samen met Pixie keert hij terug naar Feares...... XAK STORY, DEEL 2 MAGICAL ADVENTURE Door Dennis Lardenoye 3 Jaar lang leeft Latok in vrede in zijn geboortedorp. En na deze drie jaar bereikt Latok een vreemd gerucht. In het verre noorden, in het dorpje Banuwa, schijnt men meer te weten over zijn vader Dork. Latok verspilt geen tijd. Samen met Pixie trekt hij er onmiddelijk op uit, op zoek naar z'n vermiste vader. Maar voordat we Latok verder gaan volgen op zijn avonturen, richten we eerst de schijnwerpers eens op iemand anders... 3 jaar terug. Het meisje dat Latok uit het weerwolvenbos gered heeft, verblijft in Feares om verder van haar verwon- dingen te herstellen. Na haar herstel neemt Endora, de waarzegster en magir van Feares Fray onder haar hoede. Ze ziet in Fray een goede tovenares en stuurt haar daarom naar de tovenaarsacademie Mirsia, waar ze opgeleid en onderwezen zal worden in de geheimen van de magie. Aanvankelijk bakt ze er niet veel van, maar na een harde studie van 3 jaar behaalt ze uiteindelijk toch haar diploma. Ze is stapelverliefd op Latok, en droomt ervan samen met hem op avontuur uit te trekken. Daarom rept ze zich meteen naar Feares, om haar geliefde Latok te ontmoeten. Maar daar aangekomen wacht een grote teleurstelling: Latok is onvindbaar! In het huis van zijn moeder vindt Fray een brief van Latok aan haar, waarin hij uitlegt naar het verre noorden te zijn getrokken om zijn vader te gaan zoeken, en hoopt in Banuwa meer informatie te vinden. Hij schrijft Fray hem niet te volgen, de reis is te gevaarlijk. Eerst is Fray ontroostbaar, maar Endora, Bobby en Alice troosten haar en weten haar over te halen Latok te volgen op zijn reis naar het noorden. Fray gaat op weg en stuit onmiddelijk al op moeilijkheden. Op haar weg naar het nabijgelegen dorp Arzas komt ze ver- schillende monsters tegen die haar hinderen. Met behulp van haar toverstafje weet ze zich echter een weg te banen naar Arzas. Daar aangekomen doet ze rondvraag naar Latok, en volgens de bewaker van het dorp is er inderdaad een strijder die aan Fray's beschrijving voldoet enige tijd geleden door het dorp getrokken. Van de burgemeester ontvangt Fray een handige portable teleporter waarmee ze zich rechtstreeks van dorp naar dorp kan verplaatsen. Om bij het volgende dorp, Reigia, te komen, dat nog noor- delijker ligt, moet Fray weer heel wat gespuis van kant ma- ken. In een behekste tempel ontmoet ze de demonische Arsidis en haar cycloopwachters. Ze heeft al haar behendigheid nodig om de zweep van Arsidis en de zwaarden van de cyclopen te ontwijken, maar tenslotte weet ze toch voorbij de tempel te komen. In Reigia krijgt ze met een heel ander probleem te maken: dit haventje ligt aan het grote Meer van Leithia, dat ze wel moet oversteken om verder te komen. De enige brug over het meer blijkt echter verwoest te zijn! De tovenaar van Reigia, Isac, wil Fray wel helpen, maar dan moet ze er wel iets voor terugdoen. De zoon van burgemeester Zarmoff ligt namelijk ziek te bed en alleen een bepaald soort kruiden kan hem redden. Helaas is dit medicijn nergens te krijgen in Reigia, maar aan de andere kant van het meer ligt het dorp Valua, waar een dokter woont die het waarschijnlijk wel heeft. Isac maakt voor Fray een doorgang vrij door het meer. Fray gaat meteen op weg... Ze krijgt heel wat tegenstand te verduren op haar tocht door het meer: haaien, kwallen, oesters en krabben maken haar het leven zuur. Totdat ze tenslotte bij een gezonken piratenschip komt, waarin ze door ondode piraten wordt belaagd. Uiteindelijk moet ze met de monsterlijke koning van het meer afrekenen: Katil King, een enorme reuzeninktvis. Na al deze verwikkelingen komt Fray dan eindelijk in Valua, alwaar ze meteen lastig wordt gevallen door een klein meis- ke, Miriam Sweet genaamd (kortweg Miri). De dokter van Walah is haar oom, en Miri vraagt Fray de oren van het hoofd terwijl ze door het dorp loopt. Ze is heel genteresseerd in magie en zou niets liever doen dan zelf ook tovenares worden. Fray bezoekt de dokter, die haar meteen de bewuste kruiden meegeeft. Terug buiten ontmoet ze echter een vreemde figuur, die ook magie blijkt te beoefenen. Fray blijkt hem te kennen; Mill is zijn naam en hij was een ouderejaarsstudent op de academie van Mirsia. Mill blijkt door het magirsgilde te zijn gestuurd. Er zijn namelijk verdachte aktiviteiten van demonen aan de gang, en hij moest uitzoeken wat ze precies van plan waren. Hij zoekt tevens een strijder om hem te helpen bij zijn opdracht. Terwijl Fray en Mill staan te praten valt er plots een schaduw over Valua. Fray en Mill kijken omhoog, en tot hun grote verbazing zien ze een vliegend eiland dat over het dorp heen vliegt, met daarop een kasteel! Mill herkent het als Ku Or, een fort dat vroeger door een oude beschaving is opgebouwd, maar dat nu als vliegende uitvalsbasis voor de demonen wordt gebruikt.... Natuurlijk moeten ze zo snel mogelijk op dit fort zien te komen om de plannen van de demonen te voorkomen. Fray kan echter niet vliegen.... Mill weet wel een oplossing: in de nabijgelegen "Vuurmijnen van Barnas" in een vulkaan, schijnt een magisch voorwerp verborgen te zijn, de "vleu- gels der goden", en dat lijkt precies te zijn wat ze nodig hebben. Maar eerst moet Fray de kruiden nog terugbrengen naar Rei- gia. Ze warpt er meteen heen en geeft Isac de kostbare kruiden. Ze vertelt hem ook over haar plan om de vuurmijnen binnen te gaan. Isac zegt haar echter, dat het centrum van de vulkaan echter met een magisch schild is beveiligd, waardoor niemand heen komt. Gelukkig geeft Isac haar ook de sleutel voor deze barrire. Terug in Valua begeeft ze zich meteen op weg naar de vulkaan. Mill heeft Miri intussen een beetje toveren ge- leerd, en vertrekt nu naar Reigia om aan Isac te vragen hoe hij de vleugels der goden precies moet gebruiken. In de mijnen gaat het er heet aan toe voor Fray, maar ze weet zich toch naar het hart van de vulkaan te worstelen. Helaas wordt dit bewaakt door Pularis, een grote vuurspu- wende draak. Na een fikse knokpartij met dit beest bemach- tigt Fray de "Vleugels der Goden". Na haar terugkeer in Valua blijkt Miri verdwenen te zijn. Volgens Mill is ze door monsters ontvoerd... Reden te meer om haast te maken. Op een rotspunt in de buurt van Valua roept Mill de krach- ten van de magische vleugels op en gebruikt die om Fray vleugels te geven. Fray stijgt op en vliegt recht op Ku Or af. Na met zwermen vliegende ridders, donderwolken en heksen op bezemstelen te hebben afgerekend, komt Fray de vliegende bewaker van het kasteel tegen: de draak Lorfil. Na dit beest uit de lucht te hebben geblazen, landt Fray op een balkon van het vliegende kasteel. Daar neemt Mill, die inmiddels ook al op het kasteel is aangekomen (hier rammelt de logica van het verhaal een beetje. Waarom moet Fray al die moeite doen om naar het kasteel te vliegen, terwijl Mill zich er gewoon heen kan teleporteren ?) telepatisch kontakt op met Fray. Hij zegt haar dat ze naa het centrum van het vliegende eiland moet gaan, waar een behekste boom staat die ze absoluut langs moet, wil ze zich bij Mill voegen. Na vele confrontaties met de bewakers van het kasteel komt Fray tenslotte bij de boom aan. Deze blijkt helaas niet he- lemaal weerloos, dus Fray moet zich tot het uiterste in- spannen om door de boom tot binnen het eiland af te dalen. Ze komt in het centrum van het eiland terecht, bij de wor- tels van de boom. Via een spreuk verwijdert Fray de boze geest die in de boom huist alvorens ze verder trekt. Na een zware tocht bereikt Fray uiteindelijk met veel kunst-, vlieg- en surfwerk de kerkers van het kasteel. Daar ontmoet ze vele gevangenen die er vastzitten, en waarvan de meesten in diepe slaap zijn. In de kerkers ontmoet ze ook Mill, Miri en....Latok! Al- thans, dat denkt ze (en waarschijnlijk denken vele Neder- landse MSX-ers dat ook).... Een bijna verdacht toeval wil, dat deze knaap zowel qua ui- terlijk als qua naam op Latok Kart lijkt. Lutok Hart is de naam van deze held...Fray's aanvankelijke enthousiasme wordt dus teleurgesteld. Mill vertelt haar dat Lutok hen zal helpen bij hun op- dracht. De kasteelheer, een tot nu toe onbekende figuur, moet gevangen worden! Miri en Mill zullen de gevangenen in veiligheid brengen, en ondertussen zullen Fray en Lutok de demonische kasteelheer een bezoekje gaan brengen. Ze bege- ven zich meteen op weg naar de troonzaal. Daar aangekomen zegt Lutok Fray even buiten te wachten, hij zal dit klusje wel even alleen klaren. Dit pakt wel even anders uit. Lutok wordt aangevallen en neergebliksemd door een vreemde gemaskerde persoon, die zich voorstelt als nie- mand minder als de gevreesde Meester-tovenaar der demonen Amadok.... Hij wil ook Fray bestralen, maar Lutok werpt zich beschermend voor haar op. Alles lijkt verkeerd af te lopen, totdat plotseling een ma- gische barrire uit het niets verschijnt, die Amadoks stra- len tegenhoudt en terugkaatst. Mill is net op tijd gearri- veerd....De demonentovenaar slaat op de vlucht. Terwijl Mill de gewonde Lutok in veiligheid brengt, gaat Fray de achtervolging in. Amadok heeft het interieur van het kasteel echter een beetje aan zijn smaak aangepast en veranderd in een demonisch landschap en Fray moet haar ui- terste best doen om zich hierdoorheen te worstelen. Ten- slotte moet ze het zelfs opnemen tegen een magische spiegel, die haar tegen haar spiegelbeelden laat vechten. Uitgeput komt ze een tweede troonzaal binnen. Ze blijkt te laat te zijn; Mill en Amadok hebben net strijd geleverd en Mill ligt uitgeteld en verlamd op de grond. Maar ook Ama- dok lijkt uitgeput. Hij wankelt de troonzaal binnen en valt neer. Mill weet nog uit te brengen dat de laatste strijd nog niet gestreden is en dat alles nu van Fray afhangt. Fray gaat verder naar het achterste puntje van het eiland en ontmoet daar.......Amadok, de heerser der demonen! (en wie was die vent van daarnet dan ?). Amadok vertelt haar dat de demonen de wereld zullen veroveren en dat het spel van de goden eindelijk is uitgespeeld. Hij verandert in een enorm monster en valt Fray aan. Na een lange, uitputtende strijd overwint Fray's toverstafje Amadoks dodende stra- len, bommen en klauwen. Hij verdwijnt met de belofte dat de wereld nog niet het laatste van hem gezien heeft.... Omdat Amadoks krachten het eiland echter zwevende hielden, stort nu bij het wegvallen van die kracht het eiland par- does omlaag! Fray loopt snel terug naar Mill en de gemas- kerde persoon. Het masker van deze laatste valt ineens af en onthult een menselijk gezicht... Mill kent deze man; het is meester-tovenaar Rouzak, die een tijdje geleden is ver- dwenen. Hij was door de demonen ontvoerd en werd door Ama- dok via het magische masker als marionet gebruikt. Dit alles los natuurlijk het hoofdprobleem niet op: het eiland valt nog altijd onstuitbaar naar beneden. Fray is bang dat Rouzak en Mill te erg verzwakt zijn om te kunnen teleporte- ren, maar deze twee gebieden Fray zichzelf in veiligheid te brengen. Ze aarzelt, maar teleporteert zich tenslotte dan toch naar een plek in de buurt van Valua..... ......en is net op tijd om het hele eiland in het Leithia- meer te zien donderen! Net als Fray droevig wil weglopen, verschijnt ons magische duo weer, in gezelschap van Miriam, die nog net op tijd was om Rouzak en Mill in een teleport met zich mee te nemen en de twee zo uit het kasteel te redden. Zoals gezegd, dit meiske had nogal wat aanleg voor de magie... Die avond wordt er een knalfuif in Valua georganiseerd. Fray doet echter niet mee aan alle vrolijkheid. Ze maakt zich nog altijd zorgen over Latok, die ergens daarbuiten misschien in levensgevaar is. Lutok weet haar gerust te stellen, en de dokter nodigt hen uit voor een feestmaal bij hem thuis. We zien de zes terug aan tafel bij de dokter van Valua. Er is een diskussie een de gang tussen Miri en Mill enerzijds en de dokter anderszijds. Miriam will dolgraag naar de to- venaarsakademie om magir te worden. Mill en Rouzak zijn het hiermee eens. Ze heeft aanleg, en dat is toch wel het minste wat ze terug kunnen doen voor het redden van hun leven. De dokter wordt tenslotte omgepraat en Miriam mag mee naar de tovenaarsakademie. De volgende dag gaan onze helden uit elkaar. Mill, Rouzak en Miri gaan naar Mirsia, Lutok trekt weer op avontuur uit en Fray zet haar zoektocht naar Latok voort. Rouzak blijft nog lange tijd een gerespekteerd lid van het magirsgilde. Miriam studeert cum laude af op de akademie en krijgt Mill als partner. Samen worden ze een gevreesd duo, de schrik van alle monsters. Lutok trekt de wijde we- reld in en beleeft nog vele avonturen. En Fray? Zij volgt de geruchten die ze hier en daar opvangt over Latok en komt tenslotte aan bij een klein dorpje aan de kust, waar een trots zeilschip klaar ligt om uit te varen op een tocht vol gevaren...... Maar dat is een ander verhaal, en om dat te begrijpen moeten we eerst eens kijken wat er ondertussen met Latok is gebeurd. We gaan even terug in de tijd.... THE RISING OF THE RED MOON We schrijven het jaar 756, Spiritual Era, volgens de heilige kalender van de Xak-wereld, 3 jaar na de val van Badu. Het zijn drie heilzame jaren geweest voor de wereld van Xak. Wavis is hersteld van het kwaad dat Badu heeft voortgebracht. Degene waar dit alles aan te danken is brengt drie jaren in vrede door. Inmiddels is Latok Kart 19 jaar oud en is hij zijn avon- turen met Badu al bijna weer vergeten. Hij heeft nu een heel ander doel voor ogen; Latok is vastbe- sloten zijn vermiste vader weer op te sporen. Hij heeft beslo- ten zijn onderzoek te beginnen in het verre noorden, dicht bij de vlakte waar zijn vader als laatste is gezien. Latok haalt zijn Great Sword uit het vet, poetst zijn uitrusting op, haalt Rabby uit de kooi, zet Pixie op z'n schouder en gaat op weg naar Banuwa, een klein dorpje aan de noordelijke kust.... Na enkele dagen reizen komen Latok en Pixie in een dicht woud aan, dat op de kaart staat als "Bolor's Forest". Helaas raken Latok en Fray verdwaald in dit bos, en op een gegeven moment hebben ze zich totaal vastgelopen (hier begint Xak-2 trou- wens). Latok stuurt Pixie op verkenning uit, maar roept haar al snel terug (lett.: "Pixie,kom terug!" - "ja, ja, ik kom al! Ik kan niet vliegen..."). Ze heeft geen uitweg gevonden, maar hoort wel noodkreten in de omgeving. Iemand heeft hulp nodig! De bron van dit hulpgeroep blijkt een meisje te zijn dat aan een boom vastgebonden zit. Ze ziet Latok eerst aan voor een handlanger van de goblins die haar dit geflikt hebben, maar ze verandert van gedachte als Latok haar losmaakt. Ze is gewond en heeft een dokter nodig. Het meisje wijst Latok de weg naar een blijktbaar doodlopend stukje bos, maar haalt dan een soort taisman tevoorschijn, waarmee ze de geesten van de bomen kan controleren. De bomen wijken uiteen en er komt een weg vrij naar het dorp Banuwa.... Latok en het meisje lopen meteen naar het huis van dokter Baspa Drume. Deze blijkt niet thuis te zijn, maar de verpleeg- ster wel. Deze verbindt de wond van het meisje, dat Latok nu pas bedankt en zich voorstelt als Shana Tautook. Ondertussen vraagt Latok de verpleegster of de naam Dork Kart haar bekend voorkomt. Ze zegt van niet, maar de dokter kent iedereen in het dorp, dus hij zal het wel weten. Baspa hangt, zoals mees- stal, in de kroeg van Banuwa uit. Latok begeeft zich meteen naar de herberg, waar hij inderdaad Baspa aantreft, die zich lekker is aan het bezatten. Baspa blijkt Dork inderdaad te kennen. Vroeger was hij nl. dokter aan het hof van koning Sarias. Hij vertelt Latok dat Dork een van de drie Zwaardmeesters van Wavis was (zie deel 1 van de Xak story). Na Sarias' dood zijn de drie echter uit elkaar ge- gaan en hebben het kasteel verlaten. Daarna heeft hij nooit meer iets van ze gehoord. Baspa vertelt Latok wel dat de wa- pensmid van het dorp, Zeke Boldor, waarschijnlijk meer kan vertellen. Zeke keurt Latok wapens en vertelt hem dat er nog wel het een en ander aan te verbeteren valt. Als Latok zijn wapen en uitrusting bij Zeke achterlaat voor een tijdje, zal Zeke er pas echt iets leuks van maken. Latok gaat hierop in en krijgt van Zeke zolang een simpele wapenuitrusting te leen. Op de vraag of de wapensmid ooit van Dork Kart heeft gehoord, be- trekt zijn gezicht. Hij lijkt meer te weten, maar antwoordt dat hij nooit van die naam gehoord heeft. Latok krijgt niets meer uit hem los. Op zijn tocht door het dorp maakt Latok ook kennis met enkele andere inwoners ervan, zoals de burgemeester, de tovenares en de item-verkoopster. Links en rechts vangt hij al wat vreemde geruchten op over monsters die buiten het dorp rondzwerven. Niemand lijkt echter nog iets te weten over Dork Kart. Tenslotte belandt Latok in de kerk van Banuwa, waar hij door de priester wordt aangesproken. Deze is blij met Latok's komst. Latok is al tamelijk bekend geworden door het verslaan van Badu en de priester vertelt hem dat een beroemd krijger als Latok precies is wat Banuwa nodig heeft. Sinds een jaar is de omgeving van het dorp ten prooi gevallen aan demonische machten. Aan alle kanten is het ingesloten; de zee ten noorden, een behekste vallei in het oosten, een ondoordringbaar gebergte in het zuiden, alleen het bos was een goede toegangsweg tot het dorp. Maar helaas, ook hier waren nu monsters rond, en de bosbewoners, waaronder Shana, krijgen het steeds moeilijker om hun aanvallen te weerstaan. Ondanks dit alles is het dorp zelf, om onbekende redenen, nog nooit door de monsters aangevallen. De priester vraagt Latok om te proberen de monsters in het bos uit te roeien. Latok voelde al zo'n beetje aan dat er toch niks meer zou komen van de speurtocht naar zijn vader, en zegt ja........ Voordat Latok vertrekt, vraagt hij nog even aan Shana haar ma- gische talisman, zodat hij de doorgangen in het bos ook zal kunnen vrijmaken. In het bos wordt Latok aangesproken door een vreemde stem van een oude vrouw. Deze stem leidt Latok naar een gedeelte van het bos waar monsters rondzwerven. Daar bereikt Latok een boomhuis, dat verlaten lijkt te zijn. Latok wordt hier weer door de stem aangesproken. Volgens de mysterieuze stem is het Latoks taak de Koning van de monsters in het bos uit te scha- kelen, dan zal de rust er terugkeren. Daarvoor zal hij echter eerst naar de "noordelijke grot" moeten gaan, en daar een ma- gisch voorwerp bemachtigen, genaamd "Shanarams Spiegel". Dit voorwerp heeft Latok absoluut nodig om zijn taak te vervullen. Latok gaat op weg, en komt onderweg een groep rondreizende minstreels tegen, die in de problemen zit. Ze zijn verdwaald in het bos, en tot overmaat van ramp zijn ze door monsters aangevallen, die een van de groepsleden zwaar gewond hebben. Latok geeft aan de leider van de groep, Horn Ashtar, de Tau- took-talisman, zodat ze gemakkelijk de weg terug naar het dorp zullen kunnen vinden. Latok gaat door met zijn speurtocht en vindt tenslotte de grot waar de spiegel verborgen is. Hoewel deze wordt bewaakt door een of andere geest die reuzenpadden op Latok afstuurt, weet hij toch te ontkomen. Terug in het boomhuis blijkt de vrouw des huizes, Shana, in- middels gearriveerd te zijn. De stem laat zich ook weer horen, en Shana spreekt de stem aan als "grootmoeder". De stem staat alweer klaar om Latok te commanderen. Hij moet de hoogste boom in het bos opzoeken, die hem naar de "luchtbrug" zal leiden. Deze brug moet Latok oversteken, en hij zal dan aan de andere kant van het bos komen, waar het ontzettend gevaarlijk is. Daar zal hij op zoek moeten gaan naar de koning van de bos(s)monsters. Na enig zoeken vindt Latok de boom, en tevens nog iemand an- ders: een groenharige krijger staat op een hoop slijmpies in te hakken. Als hij Latok ziet, ruimt hij deze oefenobjekten met een "death spell" uit de weg. H, we kennen die vent! Het is Rune Greed! Rune zegt Latok dat hij naar het bos is getrokken omdat hij gehoord heeft van grote schatten die er verborgen zouden lig- gen. Latok en Rune lopen naar de reuzenboom, die even verder- op staat. Rune verdwijnt de ladde op die omhoog leidt. Latok wil zijn voorbeeld volgen, maar wordt teruggestoten door een onzichtbare barrire..... Gelukkig heeft Latok Shanarams Spiegel, die hem door de bar- rire heen helpt. Na een lange klim bereikt hij de "lucht- brug", een lange, wiebelige hangbrug die tussen twee reuzenbo- men in is gespannen. Alsof dit nog niet erg genoeg is wordt de brug ook nog door rondvliegende harpijen bewaakt. Op de een of andere manier weet Latok zijn hoogtevrees te overwinnen en de brug over te steken. Zo belandt hij aan de andere kant van het bos, waar hij moet afrekenen met snelle zwaardvechters en spit-slime, die het op hem gemunt hebben. Al snel ontdekt hij 2 grottenstelsels, die waarschijnlijk als optrekje dienen voor de leider van de monsters in het bos. Hierbinnen maken orks, mudslime en vuurspuwende asgonoids het Latok heel moeilijk. Op een gegeven moment komt Latok bij twee bedden, waaronder best wel eens iets verborgen zou kunnen lig- gen. Hij nodigt Pixie uit om eens een kijkje te nemen onder het bed, waarop deze hoogst verontwaardigd reageert, en ant- woordt dat Latok die mottige eekhoorn maar moet sturen. Rabby vindt na enig zoeken de "Slangensleutel", waar Latok voorlo- pig niets mee weet aan te vangen. Na de grot wat verder doorzocht te hebben, hoort Latok ineens een zwakke stem die om hulp roept. De stem komt uit een vreemd zwart kristal, dat in een nabijgelegen kamer ligt. De stem stelt zich voor als de demon Amadok (jawel, uit Fray). Lange tijd geleden heeft hij bij een gevecht met de vroegere heerser van het bos, Shanaram, zijn fysieke gedaante verloren. Zijn geest zit nu in het zwarte kristal. Hij vraagt Latok hem mee te nemen. (op dit punt kun je overigens 2 dingen doen: gewoon het kristal meenemen, waarbij het je zal hinderen als je de kerk in wilt in het dorp, tenzij je het verkoopt. Je kunt ook de spiegel van Shanaram gebruiken, die dus Shanaram's geest bevat, waarmee Amadok wordt uitgedreven en het kristal vernie- tigt. Amadok overleeft het in elk geval, anders kon hij het Fray niet lastig maken.) Na nog wat grottenonderzoek ontdekt Latok eindelijk een deur waarop de Slangensleutel past. Hij vindt daarna de "Ring der Slangen" en het "Demonenhandboek Deel 1". Nog wat later opent Latok een deur die hem naar een vreemd personage brengt: Bikres, hulpje en jongere broer van de De- monenheerser van het Oosten. Dit heerschap heeft niks goeds in de zin, en verandert dan ook in een grote rotsreus, die Latok aanvalt. Met veel moeite weet Latok dit creatuur te verslaan. Hij bemachtigt daarbij een vreemde kristallen bol, waarvan het nut voorlopig onduidelijk blijft. Verderop komt Latok drie sprekende deuren tegen, die hem de weg versperren. Een ervan leidt naar een ventje genaamd Sai- ten, uitvinder en specialist in het ontwerpen van valstrikken. Hij wordt hier door de demonen vastgehouden. Saiten laat zijn nieuwste valstrik zien: een kist die, als je hem opent, 4 reuzen-zwaardvechters tevoorschijn tovert. Overigens hoor je in de Tower of Gazzel nog meer van deze knakker. Een van de deuren komt uit op de "koningskamer", waar Latok Bogres ontmoet, de Demonenheerser van het Oosten. Deze doet zoals gewoonlijk weer de nodige pessimistische voorspellingen voor Latok, en spreekt daarna een spreuk uit die Latok bijna al zijn kracht doet verliezen. Daarna verandert hij in een gemeen monster. Latok weet Bogres' bliksems en bommen te ontwijken en hem de fatale genadeslag toe te brengen, waarna hij een tweede kris- tallen bol te pakken krijgt. In de volgende ruimte ontdekt hij een slapend meisje, dat sprekend op Shana lijkt en dat door Bogres gevangen werd ge- houden. Latok neemt haar mee, hoewel hij met haar in zijn armen niet meer kan vechten (Voor goed-slecht keuzes als deze kom je herhaaldelijk te staan, waarop je normaal natuurlijk altijd met YES antwoordt. Bij een NO-antwoord krijg je altijd een kwade reaktie van Pixie, die als je "geweten" dienst doet. Soms kost het je zelfs KARMA !). Met het slapende meiske in de armen weet Latok het 'veilige' deel van het bos te bereiken, hetzij met veel moeite. In Shana's boomhuis treft Latok Shana weer aan. De Stem van Shana's grootmoeder zegt dat het slapende meisje Mune heet, Shana's tweeling-zus. Shana reageert hierop heel verbaasd. De stem legt uit: lange tijd geleden leefden er nog vele men- sen in het bos, vredig en in harmonie met de natuur. Ze werden door Shanaram geleid, een wijze die ook magische gaven bezat. Toen verscheen er echter een demonenmagir ten tonele (wederom Amadok), die in het bos duivelse rituelen hield. Shanaram en Amadok leverden toen strijd, waarbij beiden werden vernietigd. Amadoks geest bleef echter voortleven, net als die van Shana- ram in de spiegel en in de Geest van het bos (de 'stem' die je de hele tijd hoort). 18 jaar terug werd er onder de laatste nakomelingen van de bosbewoners een tweeling geboren. Een ervan werd door monsters uit de wieg gestolen, de ander werd door de bosbewoners opge- voed. Nu, 18 jaar later, is de verloren tweelingzus eindelijk teruggevonden. Mune bezit grote krachten en omdat ze door demonen is opgevoed zou deze kracht wel eens slecht kunnen uitpakken. De Stem vermoedt dat de demonen, nu Mune haar vol- wassenheid heeft bereikt, snel iets van plan zijn. Ze mag niet opnieuw in de handen van de demonen vallen. Daarom draagt de stem Latok op om Mune met zijn leven te be- schermen. Ze besluiten haar naar het dorp te brengen om Baspa te laten uitzoeken waarom Mune maar blijft slapen. Bij de dokter aangekomen, blijkt deze er ook niks aan te kunnen doen. Mune wordt door een soort magische vloek in slaap gehouden en wij weet niet hoe hij deze moet opheffen. Voorlo- pig blijft Mune dan ook lekker doorsnurken. Ondertussen slentert Latok het dorp weer door, waarbij hij wordt overstelpt met bedankjes en geld (grappig genoeg kun je dit geld ook weigeren. Ze denken zeker dat ik al die moeite voor de lol heb gedaan....) bij de burgemeester en de pries- ter. De waarzegster wil het demonenhandboek wel kopen en ze vertaalt het oude schrift meteen. Er komt niet veel begrijpe- lijks uit en ze vermoedt dan ook dat er nog wel een tweede deel zal zijn. Nu de problemen in het bos zijn opgelost, loopt Latok wat ver- veeld door het dorp, op zoek naar iets om zijn frustraties op af te reageren. De burgemeester weet wel iets: Westelijk van Banuwa ligt een vallei, waar een kristalmijn ligt. Hier worden kostbare Blauwe Kristallen gedolven. De kristalmijnwerker Ro- bert Pernant schijnt nogal wat problemen te hebben en Latok zou hem kunnen gaan helpen. Afijn, natuurlijk zegt Latok ja, schaft zich een betere wapen- kollektie aan en betreedt de vallei... Daar aangekomen blijkt Pernant inderdaad diep in de problemen te zitten. Staande op een bruggetje over de kloof is hij in een felle discussie verwikkeld met een vrouwenstem die nergens vandaan lijkt te komen. De discussie eindigt ermee, dat de brug ineens instort en Pernant naar beneden valt. Hij kan zich nog net aan de resten van de brug vastgrijpen. Latok hijst hem weer naar boven. De dankbare Robert vraagt Latok hem te volgen naar zijn huis, dat even verderop staat. Robert en zijn vrouw vertellen Latok dat sinds een jaar de kristalvallei en de mijnen behekst zijn. In de mijnen zwerven monsters rond en de andere mijnwerkers zijn nooit van hun werk teruggekeerd. Tot overmaat van ramp is zijn dochtertje Monica enige tijd geleden spoorloos verdwenen. Vermoedelijk is ze ontvoerd door de demonen in de mijn. Pernant smeekt Latok orde op zaken te stellen en Latok neemt deze klus (uiteraard) aan. Met behulp van een speciale bril, die Robert hem gaf, komt hij de ingang van de kristalmijnen binnen (met sneeuw of ijs heeft dit alles niks te maken, hoe- wel velen dit zullen denken). Buiten de nodige monsters treft Latok een gigantisch doolhof aan, waarin onzichtbare warp-deuren hem helemaal gek maken. Al snel wenst hij dat hij maar bij moeder thuis gebleven was.... Uiteindelijk, na vele ontberingen, weet Latok in de mijnen een kristallen sleutel vinden (de "planetensleutel") en het tweede deel van het "demonenhandboek". De sleutel blijkt toegang te geven tot een kristallen lift, die het reizen door de mijn een stuk gemakkelijker maakt. Via de lift komt Latok op het onderste niveau van de kristal- mijn. Langs enkele kristalrobots, een zuurmeer en bliksemende donderwolken moet hij zich een weg banen, om tenslotte bij een verzameling kristallen standbeelden te komen. Het zijn de mijnwerkers, en een van de beelden is Monica. Om haar nek heeft ze een ketting, gemaakt van blauwe kristallen, die Latok bij zich steekt. Even verderop is een duistere grot- ingang, die naar het hol leidt van de nieuwe meesteres van de mijn: de demonenkoningin van het Westen Fiel. Deze dame gooit eerst haar wolf Boya in de strijd voordat ze zelf ten tonele verschijnt. Deze dame is geen gemakkelijke tegenstander, maar Latok kan haar vuurdraken ontwijken en haar de doodklap geven. Althans, dat lijkt zo.... Fiel leeft nog en roept haar meester te hulp om haar weg te halen: "Demonen-commandant Gospel". Deze naam klinkt Latok vreemd in de oren, want Bikres en Bogres noemden hem ook al. Fiel lost in het niets op. Is ze nu dood of gevlucht? In elk geval krijgt Latok nu een derde kristallen bol en een stuk blauw kristalsteen. Buiten de grot staan Monica en haar dankbare ouders al op Latok te wachten om hem te overstelpen met bedankjes..... Terug in het dorp zoekt Latok Baspa maar weer eens op, die veel belangstelling toont voor het stuk blauwe kristalsteen. Hij zegt dat de kristallen uit de mijn een magische kracht herbergen, die de goden vroeger ook al benutten om de lucht- kastelen waarin ze woonden te laten zweven. De waarzegster toont belangstelling voor het tweede deel van het demonenhandboek. Ze kan nu de hele tekst ontcijferen. Het bevat geschriften van Amadok, die een soort ritueel beschrij- ven, dat zorgt voor de hereniging van de drie werelden die samen het universum vormen. Als dit plan zou slagen zouden de demonen weer vrij spel hebben in de wereld die door de goden werd geschapen. De demonen zouden de beschikking moeten krij- gen over een "Zwarte Schat", die de "Witte Schat" van de goden krachteloos zou maken. Dan zou het Tijdperk der Demonen aan- breken:"Een Rode Maan zal opkomen en zal de zon uit de hemel verdringen en de aarde rood kleuren. Dan zal degene met de "Zwarte Schat" de macht naar zich toe trekken." De tijd van de opkomst van de Rode Maan zal worden aangekondigd door de "Komst van de Grote Demon Gospel", zo luidt de voorspelling... De naam Gospel is al enkele malen bij de demonen gevallen, dus het zou heel goed kunnen dat de aangekondigde rampspoed aan- staande is! De tovenares vermoedt dat de genoemde Zwarte en Witte "Schat" best wel eens iets te maken zouden kunnen hebben met de tweeling: Shana en Mune. Vooral omdat Mune een voort- brengsel is van de duistere rituelen van de demonen. In de kerk onthult een van de nonnen haar ware identiteit aan Latok. Ze stelt zich voor als Fell Bow, de zus van de garni- zoenscommandant van het fort Morum (uit Xak-1). Haar familie is van oudsher verantwoordelijk voor het bewaren en beschermen van de 3 Xak-kristallen. Nu Latok, nadat hij Badu had versla- gen, de drie kristallen weer bijeen heeft gebracht, waren ze door de Fell weer herenigd tot het Witte Kristal, dat ze nu gebruikt om het dorp tegen binnendringende monsters te be- schermen. Volgens Fell is er wel een manier om Gospel en zijn trawanten te dwarsbomen, maar daarvoor moet Latok eerst 4 kristallen bollen vinden, waarvan elke demon er een bij zich draagt. 3 heeft Latok er al verzameld en de laatste is te vinden in het zuiden. Daar staat op een hoge bergtop "Caulyans kasteel", waarin de laatste demoon huist. Latok moet hem als volgende verslaan. Latok wipt nog even bij Zeke langs, die inmiddels klaar is met het "Great Sword". Latok is diep onder de indruk van het vernieuwde wapen. Zeke begint eindelijk iets over Dork los te laten. Hij denkt zelf dat Dork gedood is door demonen, maar meer laat hij niet los. Volgens Fell bezat de kapitein Ray Deal, die ook in het dorp woont, de sleutel naar het kasteel van Caulyan, en Latok zoekt deze dan ook op in de herberg, waar hij zich zit te bezatten en ruzie zit te maken met zijn vrouw Miria. Deze laatste geeft aan Latok de "Sterresleutel", die toegang geeft tot het kasteel. Ze waarschuwt Latok echter dat het er spookt. Latok had niet anders verwacht............ De kasteelheer Jerome Vordis was een vriend van Ray, maar tegenwoordig waagt niemand zich meer in zijn kasteel. Enige tijd geleden heeft de tovenaar Pogwill dit geprobeerd en is daarna nooit meer teruggekeerd... En van de minstreels uit Horns groep gebruikt zijn magie om Latok via de fontein van Banuwa naar het kasteel te vervoe- ren. Met de Sterresleutel opent hij de poort.... Binnen heeft hij meteen kans zijn vernieuwde Great Sword in te werken, want er zwerven diverse monsters rond op de verschil- lende verdiepingen van het kasteel. Bovenin het kleinste van de twee gebouwen waaruit het kasteel bestaat, treft Latok een luchtige dame aan: een "Air Elemen- tal" oftewel luchtgeest. Met haar moeilijk grijpbare lichaam, dat bovendien van gedaante kan veranderen, maakt ze het Latok flink moeilijk. Als hij haar er na een stug gevecht eindelijk onder heeft gekregen, bemachtigt Latok haar "Wind Medal", die volgens haar "Small Body"-magie bevat, en tevens een Maansleu- tel die past op de kelderdeuren van het kasteel volgens het Air Elemental. Al snel ontdekt Latok het nut van de medaille: hij kan zich er piepklein mee maken. Dat kwam net van pas! Pixie was hem toch al de huid aan het volschelden als reaktie op zijn voorstel haar eens een kijkje te laten nemen in dat gat in de muur.... En Rabby past er niet doorheen. Latok krimpt zich dus en on- derwerpt de binnenkant van de holle kasteelmuren eens aan een grondige inspektie. Buiten een horde vraatzuchtige ratten treft Latok een piepklein kistje aan, dat twee blijkbaar nutteloze ijzeren hendels bevat. Met deze buit verlaat Latok de holle muur en neemt zijn ware grootte weer aan. Omdat er verder niet veel meer te beleven valt in het kasteel, besluit hij de kelders eens grondig te onderzoeken. Na het vinden van een duikerspak komt Latok bij een of ander vreemd mechanisme, waarop een van de hendels past. Het overhalen hiervan heeft als gevolg dat de kelders onder water komen te staan. Al duikend bereikt Latok een soort cel, waar hij een vreemde kerel aantreft: het is Pogwill , de tovenaar. Dit heerschap wordt al enige tijd gevangen gehouden door de demon Baal, die het kasteel in bezit heeft. Pogwill legt Latok uit, dat Baal helemaal bovenin het andere gebouw vertoeft. Hij weet ook, dat de bovenste verdiepingen vervloekt zijn en bewoond worden door ondoden. Hier valt alleen langs te komen met een heilige bezweringsformule, die Latok in de kapel van het kasteel kan vinden. Pogwill toont bijzonder veel interesse in Latoks blauwe steen, waarvan hij graag de krachten wilt ontraadselen. In ruil voor dit brok gesteente geeft hij Latok de Zonnesleutel, die alle belangrijke deuren in het kasteel opent. Omdat Latok het nu wel gezien heeft in dit kasteelgebouw, be- sluit hij het andere gebouw eens op te zoeken. Helaas voert de weg over een diepe afgrond, die Latok alleen springend over hoge palen kan oversteken. Ook in het tweede kasteelgebouw zet Latok de kelders weer onder water, waarna hij weer een onderwaterpassage ontdekt. Ditnaak voert deze naar de kapel, alwaar de bezweringsformu- le te vinden is waar Pogwill het over had. Nu begint Latok aan de grote klim naar de bovenste verdieping, die hem langs vleesetende planten, nachtmerries, lava-afgron- den, onzichtbare muren, zwevende eilandjes en nog veel meer voert. Na een uitputtende tocht bereikt Latok eindelijk de verdieping der Ondoden, die hem dan ook massaal bestormen. Met de inmiddels bemachtigde formule reduceert Latok ze echter tot hoopjes as. Nog een verdieping hoger komt Latok met de Zonnesleutel tenslotte in de buurt van zijn doel. Hij wordt aangesproken door een geheimzinnige stem, die hem voorspelt dat zijn laat- ste uur geslagen heeft. Uit het niets komen Bikres, Bogres en Fiel tevoorschijn! Schijnbaar waren ze toch niet zo dood als Latok gedacht had. (N.B. Wie bij dit stuk de kriebels krijgt vanwege het vreemde "teleportatie-raadsel", d.w.z. sommige mensen worden hier in- eens teruggeteleporteerd naar Banuwa, blijkbaar at random, want aan een bepaald voorwerp ligt het echt niet...Hoe dan ook, hier is gemakkelijk voorbij te komen. Aktiveer de cheat- mode (PAUSE - MIYUKI - SELECT - XAK 2 , weet je nog?) En zet alle twee de switch-opties op ON. Je kunt nu door muren heen lopen. Loop gewoon bij het gevaarlijke stuk door de muur heen naar boven, en je hebt nergens last van!). De demonen hebben drie jaar op deze gelegenheid gewacht. Ein- delijk gaan ze gehakt van Latok maken (of shoarma, dat mag ook....red. Flaaaauw!). Net als de stem het teken wil geven voor de aanval, duikt een nieuwe persoon op: het is Ray, die Latok een handje komt helpen. En hij heeft zijn voltallige be- manning meegenomen! Ray en z'n mannen beginnen meteen tegen de drie demonen te vechten, en Latok maakt van de afleiding ge- bruik om door te stomen naar de troonzaal. Daar treft hij Baal aan, of liever gezegd Jerome Vordis onder de kwade invloed van deze demon. Baal zegt Latok dat hij geen enkele kans maakt. Hij is in het bezit van het magische Windzwaard, waarmee hij de krachten van de wind kan manipuleren. Het trio waartegen Ray aan het vech- ten is, zijn niet de echte demonen, maar slechts een soort zombies, tot leven gewekt door Baal. Met z'n windzwaard blaast Baal Latok hoog de lucht boven het kasteel in. Hij verschijnt aan Latok in z'n ware gedaante: een groot vliegend monster. Na een zware luchtslag weet Latok Baal neer te halen. Hij komt weer in het kasteel terecht, waar ook Baal is in z'n Vordis-gedaante. Baal geeft Latok de vierde kristallen bol, met het commentaar dat het toch te laat is voor Latok om nog in te grijpen. Het Xak-herenigingsritueel is al uitgevoerd. Er waren een aantal elementen voor nodig: de Aarde, dus de door Amadok vervloekte grond in het bos waar Bogres verbleef. Hierop werd het ritueel gehouden. Verder de wind, gesymboliseerd door het Wind-Zwaard van Baal en tenslotte het blauwe kristalsteen uit de mijnen van Fiel. De demonen zullend de "Zwarte Schat" in handen krijgen. Baal heeft de Demonenheerser van het Noorden, de "Man met de Zwarte Mantel", al gewaarschuwd. Even later duikt Ray op, die het Windzwaard van Baal ontfutselt. Latok teleporteert zich terug naar Banuwa. Fell, aan wie hij nu een bezoek brengt, laat weten dat ze geen tijd te verliezen hebben. Volgens de legende moeten ze Gospel opzoeken op een eiland dat noordelijk ligt. Op dit eiland be- gint het Gebied der Demonen, bij een lange vallei die eindigt bij een hoge, duistere bergpiek: Deathmountain. Dit is Gospels duistere vesting. Ray's schip, de "Sinari" (genoemd naar de godin van de wind) ligt al klaar om uit te varen. Zijzelf, Rune en Horn zullen ook meegaan, omdat Rays bemanning in Banuwa zal blijven om het dorp te beschermen. Ze zullen Mune ook meenemen, Latok heeft immers beloofd haar overal te zullen beschermen. In de haven vertelt Ray echter dat ze nog n bemanningslid tekort komen. Latok doorzoek het hele dorp en treft tenslotte Zeke aan, die Latoks andere uitrustingsstukken af heeft (Knights Shield en Plate Mail). Zelf zal hij als laatste bemanningslid meegaan. Latok spreekt Pogwill in de haven. Deze zegt dat hij in het dorp zal blijven om de krachten van het Blauwe Steen te ont- raadselen. Als hij dit heeft uitgevonden zal hij de helden achterna reizen. Alle voorbereidingen zijn getroffen en de Sinari is klaar voor vertrek. Trossen los en.... wacht even! Daar komt nog iemand aanrennen; het is Fray! Ze is net terug uit Valuah en heeft al snel daarna Banuwa gevonden. De dorpe- lingen vertelden haar dat er een schip op het punt stond uit te varen, dat een gevaarlijke tocht zou gaan maken naar het demonenland. Natuurlijk mag zij op zo'n reis niet ontbreken... Pixie, die Fray om diverse redenen al niet kan luchten of zien, heeft bezwaar: de reis die ze gaan maken is niks voor kinderen, dus of Fray maar lekker veilig in het dorpje wil blijven, dan loopt ze ook niemand voor de voeten. Fray, op haar teentjes getrapt, vraagt Pixie of zij dan wel zo'n Rambo- figuur is, dat ze samen met Latok al alles heeft mogen meema- ken. Latok komt tussenbeide: ook hij vindt het niet zo'n goed idee dat Fray meegaat. Zwaar beledigd noemt ze Latok "Baka" (Japans voor idioot, sukkel, schemiel, vat je?) en loopt dan diep gekwetst weg.... Afijn, nu alles echt is afgehandeld kan de Sinari eindelijk het anker lichten en het ruime sop kiezen. Op naar Deathmountain! RAID ON DEATHMOUNTAIN Als de varende Sinary open zee heeft bereikt, vinden we onze held Latok terug op het dek, terwijl kapitein Ray de windrichting bepaalt. Het windzwaard komt nu prima van pas. Latok besluit de kajuit eens in te gaan en zich met de be- manning te gaan onderhouden. Rune vertelt wat hij zoal heeft gedaan sinds Latok hem voor het laatst zag. Baspa zit weer aan de drank, maar probeert desondanks wijs te worden uit de zeekaart. Horn oefent wat op z'n instrument en zegt steeds meer interesse te krijgen in Fell. Zeke vertelt wat over de goeie ouwe tijd, toen Dork en hij samenwerkten als Zwaard- meesters. De derde Zwaardmeester, Miriof Esteran, ging na het uit elkaar gaan van de groep in Caulyans kasteel wonen en stierf er een paar jaar later van ouderdom. Zeke besloot om wapenverkoper in Banuwa te worden en nooit meer ten strijde te trekken. Op dit besluit komt hij nu te- rug, maar hij voelt dat dit wel eens zijn laatste strijd kon worden. Wat Dork betreft, Zeke heeft niets meer van hem ver- nomen, maar hij houdt rekening met het ergste. Mune ligt als vanouds te maffen en Fell tenslotte, geeft Latok de twee laatste kristallen bollen, die haar door de goden zijn toegezonden. Ze voegt er nog aan toe dat ze vreem- de geluiden in het ruim hoort en vraagt Latok eens te gaan kijken. Ray zal de sleutel wel hebben. Hoewel de anderen denken dat het wel muizen zullen zijn, vraagt hij toch de sleutel aan Ray. Ray zegt echter de sleutel niet te hebben. Pogwill was deze voor het vertrek kwijtgeraakt en kwam met het vreemde verhaal aanzetten dat er een wachtwoord was om de deur te openen: "liefde". Wonder boven wonder gaat de deur inderdaad open na het uit- spreken van dit wachtwoord. Dan blijkt de Sinary een verste- keling te hebben: Fray! Latok is aanvankelijk niet zo blij met deze ontdekking (Fray:"Hehehe...." Latok:"Niks hehehe! Wat doe jij hier?!"). Fray is gemakkelijk aan boord kunnen komen. Ze heeft zich eenvoudigweg erheen geteleporteerd! Maar omdat het nu toch te laat is om haar terug te sturen (ze zit- ten al in volle zee) besluit Latok dat ze dan maar mee moet doen. Plotseling horen ze harde geluiden van het dek afkomen. Terug in de kajuit treffen ze alleen nog Fell, Baspa en de slapende Mune aan! Volgens Fell is het schip plotseling aangevallen en zijn de anderen naar buiten om zich met hand en tand te ver- dedigen. Fray en Fell blijven binnen om Mune te bewaken,ter- wijl Latok naar buiten gaat om de aanvallers tegemoet te tre- den. Het hele dek is overspoeld met woeste zee-monsters: Shark- heads! Rune, Zeke en Ray zijn tegen een enorme overmacht aan het vechten, terwijl Horn gebruik maakt van zijn hoge positie aan het roer om het gevechtstoneel te kunnen overzien. Latok probeert zijn vrienden uit de problemen te halen, maar de overmacht is te groot. Telkens weer nieuwe monsters duiken op. Daarom roept hij Fray te hulp, die eerst Zeke en dan Rune (tegen zijn wil in, hij weet zoals gewoonlijk niet van ophou- den), naar de betrekkelijke veiligheid van de kajuit telepor- teert. Hij wil net Ray te hulp schieten, als er vreemde ge- luiden te horen zijn uit de kajuit. Er klinkt een geheimzin- nige mannenstem: "Sharkheads, terugtrekken!", en de shark- heads verdwijnen van het dek. Hoewel Latok Ray bewusteloos op de voorplecht ziet liggen, gaat hij eerst eens kijken wat er in de kajuit is gebeurd. Tot zijn schrik zijn daar alleen nog maar Fell en Fray! De geheimzinnige "Man met de Zwarte Mantel" heeft toegeslagen! Dit figuur heeft de toch al vermoeide Zeke en Rune verslagen (ze worden op dit moment door Baspa in het ruim verpleegd) en Mune meegenomen! Dan klinkt weer de stem van net, met de uitnodiging aan Latok om aan het dek te komen..... Latok schiet Ray te hulp, die net weer bij kennis komt. Dan verschijnt er echter een duistere gedaante op de boegspriet; het is de Man met de Zwarte Mantel. Deze kerel blijkt een oude bekende te zijn van Latok: Necromancer! Necromancer laat zien dat hij Mune in zijn macht heeft en teleporteert haar naar Gospels vesting. Als staaltje van machtsvertoon verandert hij Fray van gedaante en neemt hem gevangen. Necro laat Latok weten dat de tijd van de Opkomst van de Rode Maan aanstaande is. Mune's krachten zullen ervoor zorgen dat Gospel zijn eigen krachten weer volledig terug- krijgt en de Xak-wereld kan gaan veroveren. Maar eerst moet Latok Kart sterven..... Latok, er vast op vertrouwend dat hij, wat hij 3 jaar terug klaarspeelde nu nog eens dunnetjes kan overdoen, gaat de strijd aan met Necromancer. Nu stuurt de Meester van de Doden zijn ondode hulpjes echter niet de strijd in. Hij pakt het dit keer zelf aan, en hij is zeker geen gemakkelijke tegen- stander..... De teleporterende Necromancer is bijna niet te raken, en Latok heeft al zijn behendigheid nodig om de aanvallen te ontwijken op de beperkte ruimte die hij heeft. Maar Latok is niet voor niets Duels erfgenaam. Na een verwoede strijd delft Necromancer het onderspit en krijgt Ray zijn vrijheid terug. Maar de problemen zijn nog niet achter de rug. Necromancer leeft nog! Met zijn laatste krachten laat hij de Sinary zinken alvorens de pijp uit te gaan... Latok wordt door de wilde golven van boord gespoeld en komt in het kolkende water terecht..... Als hij weer bij bewustzijn komt, merkt Latok dat hij is aangespoeld op een verlaten strand. Het strandje is overspoeld met de wrakstukken van de Sinary.... Latok neemt aan dat zijn vrienden het leven hebben gelaten in de ramp. Alleen Pixie, die zich aan Latok heeft vastgeklampt, is nog altijd van de partij. Even verderop staat een oud vrouwtje dit alles geamuseerd gade te slaan. Latok vraagt waar hij in Duelsnaam is. Het blijkt dat hij toch het doel heeft bereikt: dit is het eiland waarop de Deathmountain staat. Alleen had hij wel op een wat andere aankomst gerekend....Het vrouwke geeft hem een voorwerp dat zojuist is aangespoeld: Horns hoed! Nu weet Latok zeker dat zijn vrienden de ramp niet hebben overleefd... De oude vrouw vraagt hem wat hij hier komt doen op deze afge- legen plek. Latok laat haar weten dat hij de demonencomman- dant Gospel eventjes komt verslaan. Het oudje geeft Latoks plan niet veel kans van slagen; volgens de legende kan Gospel alleen gedood worden door hij, die de "Grootste Heilige Schat van de Goden" tegen hem gebruikt. Het toeval wil dat in een grijs verleden een wijze genaamd Zamuza deze schat liet ver- bergen op diet eiland en er een grote tempel omheen liet bouwen: de Zegeltempel. Maar om daar te komen moet je eerst langs het magische Zegel dat de goden hebben aangebracht om de demonen op te sluiten. Hiervoor geeft ze Latok het Zegelboek, wat nodig is om dit magische Zegel te verbreken en er voorbij te komen. Helaas voor Latok reageert zijn zwaard nogal slecht op dit boek; het lost in de lucht op! Het rode juweel dat in het Great Sword zit ingebed, verdraagt de aanwezigheid van dit boek niet, dus nu moet Latok wel een ander wapen vinden om Gospel mee te verslaan. De geheimzinnige oude kluizenares lost eveneens in het niets op voordat Latok om uitleg kan vragen. Voor Latok zit er weinig anders op dan het eiland maar eens wat verder te onderzoeken. En inderdaad stuit hij al snel op een onzichtbare barrire, die alleen maar doorbroken kan worden met het gekregen boek. Latok betreedt het gebied der demonen...... De tempel blijkt te bestaan uit twee gebouwen, en wanneer Latok een van de gebouwen binnen gaat kan hij al snel niet meer verder. Hij treft er wel het beeld van een Feniks aan, van oudsher het heilige dier van de Xak-wereld. Op de sokkel van de Feniks is er een gat, waarin wonder boven wonder een van de verzamelde kristallen in blijkt te passen. Dan verschijnt er ineens een spiegeldeur in de muur. De spiegel van Shanaram begint te gloeien! Er is niet veel fantasie voor nodig dat de spiegel nodig is om door de spiegeldeur heen te komen, en Latok stapt er dan ook meteen doorheen.....en komt in een ander deel van de tem- pel terecht. Opnieuw een Feniks-standbeeld, kristallen bol erin en ziedaar: weer een spiegeldeur. Op deze manier komt Latok de hele tempel door en vindt onder- tussen ook de Zwaardsleutel, een vreemde sleutel die gevormd is als een zwaard. Latok is zich net ongerust aan het maken omdat alle kristallen bollen op zijn aan het raken, als hij tenslotte voor een deur komt te staan zonder Feniks ernaast. De spiegel helpt niet om hierdoorheen te komen. Dan de Zwaardsleutel maar....die past! (probeer voor de grap eens een andere sleutel uit op deze deur. De ruimte loopt dan vol met gas en als je er niet aan gedacht hebt Latoks leven bij te vullen sinds hij op het strand is aangespoeld, is onze held al snel geschiedenis...). Latok komt nu in een gesloten ruimte terecht, waar hij tot zijn grote verbazing een in de grond stekend zwaard aantreft. Als hij het aanraakt schrikt hij zich lam, want er klinkt in- eens een stem uit het wapen, die zich voorstelt als de Geest (djinn) van het Xak-Zwaard, een dienaar van Duel. Het Xak- Zwaard vraagt Latoks naam en daarop blijkt dat het zwaard is voorbestemd om door Latok gebruikt te worden. Met veel machtsvertoon trekt Latok het Zwaard la Excalibur uit de steen en wordt naar buiten geteleporteerd. Het Xak- Zwaard beveelt hem naar de rotspunt even verderop te lopen. Daar roept het Xak-Zwaard een Feniks op, die Latok al vlie- gend naar Deathmountain zal brengen. Als extra hulp wordt Latoks Drakenring ook geaktiveerd, zodat de Blauwe Draak ook mee kan vliegen voor extra vuurkracht. De vliegtocht verloopt niet ongehinderd; de "luchtmacht" van de demonen doet er alles aan om de Feniks neer te halen. Reu- zeninktvissen, kwallen en schildpadden, vliegende skeletten, zombiedraken en ander gespuis zorgen voor de nodige proble- men. Als Latok en zijn Feniks bij de piek van Deathmountain aankomen, duikt er ineens een gigantische vliegende gedaante uit de wolken op. Het is King Wyvern, de koning der draken, die de kant van de demonen heeft gekozen. Fenix en Blue Dra- gon moeten alles uit de kast halen om de bliksems en het vuur van deze enorme draak te ontwijken. Na een verhitte luchtslag delft King Wyvern het onderspit. Helaas lost ook de Blauwe Draak in het niets op... Nu de koning van alle draken dood is, heeft het laatste uur ook voor de andere draken geslagen. De Feniks landt op een rotsrichel, voor de duistere grotin- gang die naar het inwendige van Deathmountain voert... Latok aarzelt niet om naar binnen te gaan, maar ineens heeft Pixie problemen. Ze voelt zich ineens niet zo lekker. Volgens het Xak-Zwaard zijn de Xak-krachten in Latok op dit ogenblik te sterk om te verdragen voor iemand uit de elfenwereld. Daarom zal ze buiten blijven, bewaakt door de Feniks. Latok gaat alleen naar binnen, slechts vergezeld van het Xak-Zwaard..... Na een luguber uitziend voorportaal komt Latok tenslotte in een inktzwarte duisternis terecht, van waaruit Gospel hem te- gemoet treedt. De generaal (of Shogun) van het demonenleger voorspelt Latok dat de Opkomst van de Rode Maan niet meer te- gen te houden is. Met Munes krachten is hij onverslaanbaar. Als Gospel begint te vechten denkt Latok er even gemakkelijk vanaf te komen... Totdat Gospel in een enorme gigant veran- dert met een breed arsenaal van wapens. Na een lange strijd zegeviert het Xak-Zwaard en wordt Gospel voorgoed uitgeschakeld. Latok weet met Mune, die nu eindelijk wakker is geworden, Deathmountain te verlaten. Bij de Feniks komen ze echter een vreemd meisje tegen, dat bij nader inzien Pixie blijkt te zijn.....in mensengedaante! Volgens haar was dit een bijwerking van de vreemde krachten van de Mensenwe- reld Xak...die hebben nu ook haar in een mens veranderd! Nu Pixie een mensengedaante heeft, wil ze ook een mensennaam hebben. Ze noemt zich Lou Pixie. Na dit oponthoud vertrekt de Feniks met zijn drie passagiers van de lugubere plek en vliegt naar het strand waar Latok is aangespoeld. Daar wacht hen een grote verrassing, als blijkt dat zijn vrienden nog leven! Hij treft Horn, Zeke, Rune, Ray, Baspa, Fell, Fray en ook Shana en Pogwill zijn van de partij. Deze laatste heeft eindelijk de krachten van de Blauwe Steen weten te ontsluieren en ze gebruikt om een vliegend schip mee te bouwen. Met dit schip kon hij de bemanning van de zinkende Sinary nog net op tijd redden.... Tenslotte ontmoet Latok de oude vrouw weer op het strand, die nu eindelijk haar ware identiteit prijsgeeft, of beter gezegd identiteiten: Zamuza, alias Shanaram alias Shana's grootmoe- der. Al snel verdwijnt ze; haar taak in deze wereld is voorbij. En het luchtschip stijgt op en laat Deathmountain voorgoed achter zich....Na een stop in Banuwa en het afscheid voor Latok, Pixie en Fray met de rest vliegen de drie meteen door naar Feares om van een verdiende vakantie te genieten.... Hoewel? Rust?! Niet als het aan Fray en Pixie ligt! Nu Pixie een mensengedaante heeft kan ze helemaal met Fray concurre- ren in de strijd om Latok... En dat doen ze dan ook met volle overgave. Al snel weergalmt Latoks huis van de scheldkannona- des. Latoks moeder kalmeert de twee meisjes en geeft ze meteen een kouwe douche door te vertellen dat Latok al een afspraakje heeft met Alice.... Eindelijk rust voor Latok en de wereld van Xak. Maar voor hoe lang? GAZZEL'S REVIVAL Na de val van Gospel en Latoks terugkeer uit het hoge noorden des lands, genieten ons trio (Latok, Fray en Pixie) van een rustige vakantie in Feares. Fray en Pixie hebben hun ruzie min of meer bijgelegd en schelden elkaar niet meer voortdurend de huid vol. Fray vindt het zelfs een beetje te rustig worden. Al snel gaat ze alweer op reis, op zoek naar wat lol in het leven. Pixie gaat met haar mee. Een jaar verstrijkt. Latok bereikt zijn 19e levensjaar en begint al langzaam aan zijn pensioen te denken.... Maar op datzelfde moment wordt elders, op een duistere plek een nog duisterder complot beraamd om Latok Kart, Duel's erfgenaam, uit de weg te ruimen... Intussen komen Latok vreemde geruchten ter ore. In de buurt van het dorpje Reigia, aan het Leithia meer (dorpje uit Fray) schijnen dingen te gebeuren die het daglicht niet kunnen ver- dragen. Omdat ook hij aan wat aktie toe is, haalt Latok zijn Xakzwaard van de zolder, pakt z'n spullen en reist fluitend naar Reigia. Daar treft hij tot z'n grote verbazing Fray, die hem aanvankelijk nogal wantrouwend tegemoet treedt. Fray legt uit dat er in het dorp nogal wat vreemde geruchten de ronde doen. Er wordt verteld dat Latok Kart de zijde van de demonen heeft gekozen.... Latok, hoogst verbaasd, vraagt om uitleg. Fray vertelt: in het nabijgelegen bos staat een hele oude toren, die bij de dorpelingen bekend staat als de "Tower of Gazzel". In deze toren is het sinds kort beginnen te spoken, en niemand durft het bouwwerk meer te betreden. Het vreemde is dat sinds kort de gedaante van Latok Kart is gezien, zwer- vend rond de toren, in gezelschap van monsters. Dezelfde Latok jaagt de dorpelingen de stuipen op het lijf met allerlei angstaanjagende verhalen. Blijkbaar is hier een be- drieger aan het werk..... Hoe dan ook, alle sporen leiden naar de Tower of Gazzel, alle reden dus om dit bouwwerk eens grondig te gaan inspecteren. Fray zegt dat Pixie al voor de toren wacht en dat ze wat vrienden heeft opgesnord om te helpen. Ze heeft zo'n vermoe- den dat Latok wel wat hulp zal kunnen gebruiken deze keer... Na een kleine boswandeling komen Fray en Latok aan bij de toren, waar ze inderdaad worden opgewacht door Pixie in gezelschap van.... Fell en Horn! Deze laatste twee zijn het afgelopen jaar samen het land rondgetrokken, totdat ze toevallig ook hoorden over de geheimzinnige toren van Gazzel. Fell geeft Latok een handig magisch item, wat hem in staat stelt ten alle tijde uit de toren weg te teleporteren als het echt gevaarlijk wordt. De eerste die Latok vergezelt op zijn tocht de toren binnen is Pixie. Aanvankelijk komen de twee heel weinig tegenstand tegen op hun weg naar binnen. De enkele slijmpies vormen geen enkel probleem voor een gediplomeerd krijger als Latok. Later pas stuiten ze op het eerste probleem: een opgetrokken ophaalbrug met een brede gracht ervoor, die met geen mogelijkheid open lijkt te kunnen. Of toch? Aan weerszijden van de poort zijn twee uitsparingen in de muur. Toevallig past daar nu net de Maansteen in, die Latok zojuist heeft gevonden. Een tochtje door de kelders van de toren levert al snel een Zonnesteen op, die in het tweede gat past. De ophaalbrug komt omlaag, en maakt de weg vrij naar het binnenste van de toren..... De sleutel, die nodig is om verder te komen, is helaas onvindbaar.... Totdat Pixie, met haar scherpe ogen ontdekt dat het stuk muur aan het eind van die doodlopende gang toch net iets anders is dan de rest van de muur.... Tot Latoks verbazing kan hij er zo doorheen stappen, en de gezochte sleutel is al snel gevonden. Een stukje verderop heeft hij opnieuw Pixies hulp nodig. Een deur lijkt te worden afgesloten door een ingewikkeld mechanisme. Onze elf, die een HTS-diploma op zak heeft, weet het al snel te ontraadselen en de deur te openen. Zo zijn er nog wat puzzles en raadsels die Latok en Pixie moeten oplossen, voordat ze eindelijk aankomen bij..... ...een afgrond! Iemand lijkt de vloer te hebben weggehaald in dit deel van de toren. Wacht even, die zwevende platformpjes zijn toch niet bedoeld om naar de overkant te komen, of wel? Wel dus. Na wat springwerk staan Latok en Pixie weer met beide benen op vaste vloer. In een kistje ontdekken ze een vreemde kris- tallen bol, waarvan het nut voorlopig onduidelijk lijkt. Misschien Fell waarvoor die dient. Plotseling merkt Latok iets vreemds. Om de een of andere reden lukt het hem niet meer zijn zwaard te hanteren. Hij is ineens hulpeloos tegenover de slijmpjes in de toren, ongevaarlijk als ze zijn. Hij besluit zich toch maar naar buiten te teleporteren om het zekere voor het onzekere te nemen. Het blijkt dat hij daar goed aan heeft gedaan. Fell wijdt Latoks plotselinge handicap aan de mooie zwarte handschoenen die Latok in de kelder van de toren heeft gevonden. Hoewel ze er heel stevig uitzaken, bevatten ze een kwaadaardige magie, die Latoks vechtkunst blokkeert. Op een normale manier zijn ze onmogelijk uit te krijgen. Gelukkig weet Fell de vloek van de handschoenen op te heffen. Ook legt ze het nut uit van de kristallen bol, die een teleportatiebol blijkt te zijn. Het stelt de gebruiker in staat naar de plek terug te teleporteren waar hij de bol heeft gevonden. Dat komt dus mooi van pas. Voordat hij terug de toren in gaat, trekt Latok het andere paar handschoenen aan, dat hij in de toren heeft gevonden. Deze "Aarde-handschoenen" lijken wel veilig. Even verderop vanaf de plek waar ze de bol hebben gevonden, komen Latok en Pixie een zaal binnen, waar een vreemd pentagram op de vloer is geschilderd (een vijfpuntige ster dus, stelletje analfabeten!). Plotseling klinkt er een vreemde mannenstem, die overal en nergens vandaan lijkt te komen. Hij groet Latok, en laat hem weten, dat hij voor een "opwarmertje" voor onze held zal zorgen. Tegelijkertijd verschijnt er een ork in de zaal. Dit is echter geen gewone ork, maar een die bewapend is met een gevaarlijke boemerang. En wel een boemerang die zo groot is als een strijkplank! Latok en Pixie moeten razendsnel zijn om de ork en zijn dodelijke projektiel te ontwijken. Latok is het omgaan met zijn Xakzwaard echter nog niet vergeten, en na enkele welge- mikte schoten met de forceshot, bijt onze boomerang-ork in het stof.... Latok en Pixie stomen snel door, en bereiken een grote trap, die zo te zien naar de tweede verdieping van de toren leidt. Op de vuurverdieping dwalen een stuk sterkere monsters rond, die echter nog altijd geen partij zijn voor Latok. Na even rondneuzen wordt een magische "lightning bolt" scroll gevon- den, evenals een nieuw stel vuur-gauntlets (die Rabby opspoort in de waterafvoer op deze verdieping). In een andere ruimte is er een ring in een kistje te vinden, die echter goed beveiligd is: na het openen van het kistje, wordt het door een cirkel van vuur omgeven. Slechts door een bepaalde combinatie van knopjes in te drukken op de omringende pilaren is deze vuur-valstrik uit te zetten. (de mop is, dat ik tot nu toe geen enkel, maar dan ook geen enkel nut voor deze ring heb kunnen ontdekken...) Wat verderop worden Latok en Pixie ineens tegengehouden door een instorting van het plafond. Grote stukken steen versperren de weg. Latok heeft zo'n vermoeden dat de light- ning-bolt scroll wel eens van pas zou kunnen komen, maar hij noch Pixie hebben kaas gegeten van hoe je zo'n ding moet ge- bruiken. Het wordt tijd om eens van metgezel te wisselen.... Latok verlaat de toren, bedankt Pixie voor haar hulp, en vraagt dan Fray, die al staat te popelen, om mee te komen. Gelukkig weet Fray wel hoe de magische scroll te gebruiken (ze is per slot van rekening gediplomeerd tovenares, al is het dan met slechte cijfers). Een gigantische bliksemflits blaast het puin uit mekaar en de weg is vrij.... In het volgende gedeelte van de vuurverdieping ontdekken Fray en Latok weer een kristallen bol, evenals een halve scroll met een onleesbare tekst en een stel standbeelden. Op een van de standbeelden staat een tekst, die een raadselachtige toe- speling maakt op muziek, die nodig zou zijn om het beeld tot leven te wekken. Ondanks Fray's muzikale talenten blijft het beeld koppig zwijgen. In een andere ruimte wordt Latok en Fray de weg versperd door een hoge muur van vuur, die voorlopig nog ondoordringbaar lijkt. Ook vindt Latok hier op de grond een vreemde hanger, waarop twee namen staan: Rune en Estina. En Rune is een naam die Latok heel bekend voorkomt. Zou Rune Greed, zijn oude vriend, ook in de toren zijn? Al snel komen Latok en Fray opnieuw in een zaal die gedecoreerd is met een vijfpuntige ster. De stem laat zich weer horen: hij heeft een nieuwe beproeving voor Latok. Ditmaal geen boemerang-ork, maar een grote vuurharpij. Dit beest maakt het Latok heel moeilijk, maar na een verhit gevecht weet Latok deze gemuteerde roofvogel weg te meppen. Wat verderop is alweer een trap....maar voor die trap staat een uitgeput figuur pogingen te doen de monsters die hier rondzwerven van zich af te houden. Het is Rune Greed! Hij is duidelijk aan het eind van zijn krachten.... Latok bevrijdt hem uit zijn benarde positie, en warpt met hem terug naar buiten. Rune blijkt om een hele andere reden naar de toren te zijn gekomen. Zijn vrouw Tina en zijn dochter Miria zijn door monsters ontvoerd, en hij is ze gevolgd totdat hij tenslotte bij de toren aanlandde. Zoals altijd heeft hij zichzelf weer eens overschat en is halsoverkop naar binnen gestormd. Op de tweede verdieping ontdekte hij dat hij zich eigenlijk wel eens wat beter had mogen voorbereiden....Gelukkig voor hem waren Latok en Fray net op tijd ter plaatse. Rune zegt enkele keren een dubbelganger van Latok te hebben gezien in de toren.... Rune blijft buiten, om te herstellen van zijn verwondingen,terwijl Latok en Fray het weer een verdiepinkje hogerop zoeken. Ditmaal geen vuurverdieping, maar een water- verdieping met verradelijke stroomversnellingen en grachten. Naast een kristallen bol en water-gauntlets, komt Latok hier een vreemde gedaante tegen in een van de kamers. Het lijkt Fell wel! Als Latok echter dichterbij wil komen, wordt hij vol geraakt door een vuurbol, die Fell op hem afschiet en die hij tenauwernood overleeft. Fell verandert in.... de valse Latok! De gedaanteverwisselaar verdwijnt hierna spoorloos. Na een ruimte waar rollende vaten op Latok en Fray worden afgeschoten en een soort sluis, die op slot lijkt te zijn, bereiken de twee een enorm hoge waterval, die alleen via zwevende platforms op te komen is. Helemaal bovenaan wordt weer een kristallen bol gevonden. Onderaan de waterval zijn drie deuren, waarvan slechts een de goeie is. Achter die ene deur is weer een deur, die echter wordt geblokkeerd door een stel rotsblokken. Gelukkig heeft Latok net twee "desintegrate scrolls" gevonden, die zo simpel in het gebruik zijn, dat zelfs hij er mee uit de voeten kan. Wat volgt is alweer een sterrezaal, en opnieuw een toespraak van de stem. Ditmaal krijgt Latok een wat serieuzere tegen- stander: een reusachtige krab met enorme klauwen. Zelfs nadat Latok de scharen van dit beest heeft weggeschoten, blijft het gevaarlijk. Tenslotte legt ook de krab het loodje. Het volgende stuk bevat geen trap, alleen nog maar meer water. Een van de items die Latok hier vindt, is een oosterse fluit. Onmiddelijk denkt hij terug aan het beeld van de tweede verdieping. Waarschijnlijk is deze fluit genoeg om het beeld te doen spreken. Hij speelt echter geen fluit, en ook Fray kun je beter geen muziekinstrument in handen geven, als je oren je lief zijn. Een minstreel is hier nodig... Hij neemt buiten afscheid van Fray, en neemt nu Horn met zich mee de toren in. Bij het bewuste beeld aangekomen, speelt Horn op de fluit een bepaalde melodie. En inderdaad, het beeld komt tot leven! De stem die uit het beeld komt, stelt zich voor als de geest van Powell, een van de vroegere bewoners van het kasteel. Vele jaren geleden werd deze toren gebruikt als verblijf voor de koninklijke familie, hoewel de toren er al eerder stond. Hijzelf was een leerling van een vooraanstaande wetenschapper aan het hof, Saiten genaamd. Deze was bijzonder bedreven in het maken van allerlei mechanische constructies. Op een dag werd de toren bezet door monsters, en veel van de aanwezige mensen in de toren werden gedood of gevangen genomen. Powell werd gedood bij de inval, maar zijn geest bleef rondzwerven in de toren. Hij was een verwoed muziekliefhebber geweest, en hij had zelf ook een magische fluit gehad, die hij nu echter kwijt was geraakt bij de inval. De monsters hadden de fluit ergens in het kasteel ver- borgen. Powell's geest zou pas rust kunnen vinden als de fluit herenigd kon worden met zijn stoffelijke overschot, dat helemaal bovenin de toren lag. Saiten was echter niet gedood, maar gevangen genomen door de demonen die de toren hadden bezet. Hij werd gedwongen de toren vol te bouwen met de meest dodelijke valstrikken die hij kon verzinnen. De toren moest zo goed mogelijk worden be- veiligd, want de demonen wilden de toren voor hun eigen, duister doelen gebruiken. Powell heeft ontdekt, dat de toren oorspronkelijk door demonen is gebouw, heel lang geleden. Het was een demonenbol- werk, dat als thuisbasis gebruikt werd door de machtige demon Gazzel. Gazzel werd gedood in de grote oorlogen destijds, maar Powell vermoedt dat de demonen die de toren nu bezet houden, Gazzel weer tot leven wekken. En dat zou ze best wel eens kunnen lukken. Gazzel heeft een lichaam nodig, waarin hij kan rencarneren, daarom zijn Rune's vrouw en kind waar- schijnlijk ook ontvoerd. Veel meer kan het beeld Latok ook niet vertellen, hij laat alleen nog los dat Saiten op n van de bovenste verdiepingen aanwezig is. Hier staat dus meer op het spel dan het uitschakelen van een bedrieger, weet Latok nu. Het is van het grootste belang dat Miria en Tina worden bevrijd en de demonen in de toren worden verslagen... Hij en Horn dringen nu verder de toren binnen. Op de waterverdieping komen ze ineens bij een cel, waarin een jong meisje zit opgesloten. Het is Miria! De celdeur is echter met geen mogelijkheid open te krijgen. Er klinkt een vrouwenstem, die zegt dat ze eerst met haar moeten afrekenen, voordat Miria vrij kan komen. Er is echter een probleempje: de deur die verder de toren in leidt, is op slot en een sleutel is nergens te vinden. Inbeuken lijkt de enige oplossing... Alleen is de deur te stevig om door Latok alleen te worden ingeramd. Horn is ook geen Rambo-figuur, dus het lijkt Latok een goed idee om eens te gaan kijken of Rune al van zijn verwondingen hersteld is. En inderdaad, dat blijkt het geval te zijn. Rune gaat met Latok mee terug de toren in, en samen lukt het ze de bewuste deur in te beuken. Erachter wacht ze een nogal uit haar krachten gegroeid vrouwmens, dat zich voorstelt als Acrila, een van de demonen in deze toren. Al snel transformeert ze zich tot een of ander vliegend monster, dat Latok en Rune aanvalt. De twee krijgers moeten zich tot het uiterste weren om dit monster te verslaan, maar met wat teamwork lukt het ze uit- eindelijk. Acrila lost in het water op, en er verschijnt een doorgang. Maar voordat de twee verder gaan, bevrijden ze eerst nog even Aria, die dolblij is haar vader weer terug te zien. Ze brengen haar terug naar buiten, waar Aria vertelt dat ze niet weet waar Tina is... Ze heeft wel de monsters iets horen zeg- gen over het doen herleven van de demon Gazzel. Rune laat weten dat hij waarschijnlijk wel weet wie er achter de ontvoering zitten. Acrila heeft hij herkend.... Een jaar geleden heeft hij op een van zijn tochten twee demonen ont- moet en deze verslagen in een gevecht. Het waren Al Acrila, die ze zojuist hebben verslagen, en haar metgezel, de snode Gill Berzes. Hij had ze toen opgesloten, maar nu zijn ze blijkbaar ontsnapt, en hebben zijn familie ontvoerd om wraak te nemen.... Rune en Latok gaan terug naar de zojuist ontdekte doorgang... De trap, die achter deze doorgang ligt, voert naar volgende verdieping, de verdieping der Wind. Deze verdieping doet haar naam eer aan, want regelmatig waait het hier zo hard, dat Latok en Rune zich maar moeten laten meevoeren en er het beste van hopen.... Na het oversteken van enkele grachten met onzichtbare platforms en het verslaan van de nodige monsters, komt ons duo plotseling bij een doodlopende gang. Er lijkt geen weg meer verder te zijn! Er is wel een kleine vijfpuntige ster op de vloer getekend, maar die lijkt niet van veel nut te zijn. Aan de muur hangt een bordje, met een raar figuur: vijf cirkeltjes in een rij, met tussen twee van die cirkeltjes een streep. Wat zouden die voorstellen? Wacht even....in die zaal van Acrila stonden toch vijf beelden? Terug naar de vorige verdieping, dus.... En jawel, tussen twee van de beelden blijkt de muur een illusie te zijn, en daar kun je dus zo doorheen lopen. Latok en Rune komen bij een ladder, die omhoog voert, naar een ander deel van de vierde verdieping. Ze komen tenslotte uit bij een ruimte, waarin een kistje staat.... Hopend dat hij hier een nuttig item zal vinden, opent Latok gretig het kistje.... Foutje! Een groot deel van de vloer verdwijnt, en Latok en Rune storten omlaag. Gelukkig vallen ze niet al te diep. Ze zijn weer op de water- verdieping, maar nu in een ruimte waar ze nog nooit zijn geweest. Het lijkt verdacht veel op de sluis, die Latok daarstraks aan de buitenkant is gepasseerd.... Omdat er toch geen uitweg lijkt te zijn, onderzoeken ze de ruimte wat beter. Waar zou die hendel toch voor dienen? Latok geeft er een forse ruk aan.... Alweer een vergissing! De deuren openen zich, en het water in de sluis stroom met don- derend geweld de gracht in, omlaag. Latok en Rune worden met de stroom meegesleurd, en kunnen niets anders doen dan weer een verdieping lager vallen... Ze komen terecht op de vuurverdieping, in de ruimte waar de muur van vuur is...of liever gezegd was, want het neerkomende water heeft het vuur helemaal uitgeblust. Dat komt prima uit! Nu kunnen Latok en Rune eindelijk bij het kistje dat achter die muur lag.... Helaas volgt er een teleurstelling. Het enige wat er in het kistje zit, is een versleten stuk van een scroll. Maar Latok herinnert zich dat hij zelf ook al een stuk van een scroll had gevonden. De twee helften passen inderdaad precies aan elkaar. De scroll bevat informatie over de opbergplaats van een of ander "teleportatiebeeld", waarschijnlijk het item dat Latok en Rune nodig hebben om verder te komen. Er wordt geschreven dat dit item te vinden is achter het derde raam van rechts, op de derde verdieping... Na naar deze plek te zijn toegewarpt, zoeken ze dit raam op. Op het eerste gezicht is er niets bijzonders aan te zien. Net als door alle andere ramen op deze verdieping, stroomt hierdoor het water weg. Latok besluit er dan maar eens doorheen te springen. Het ergste wat er kan gebeuren, is dat ze in de torengracht terecht komen... Dit gebeurt echter niet. In plaats daarvan komen ze in een kleine uitbouw van de toren terecht, die een kistje bevat. In dit kistje vindt Latok dan eindelijk het felbegeerde teleportatiebeeldje.... Eenmaal met veel moeite teruggeraakt op de plek waar ze daarstraks waren gebleven, bewijst het beeldje zijn nut. Als Latok op de ster gaat staan, wordt hij onmiddelijk naar de aanliggende ruimte geteleporteerd. De twee gaan verder, worstelend met de tegenwind. Tenslotte vinden ze eindelijk de kristallen bol van deze verdieping.Bij de volgende ruimte komen is echter niet zo simpel, omdat er een keiharde wind waait uit de deuropening. Deze wind moet eerst worden uitgeschakeld. Hiervoor moet een ingewikkeld doolhof worden doorkruist, wat Latok uiteindelijk ook lukt. Daar staan drie beelden, geplaatst in sleuven in de vloer. Latok ontdekt al snel dat ze beweegbaar zijn, en zet de drie beelden op een lijn. Abrupt stopt de wind die uit de deuropening waait. Verder dus maar weer. In de volgende ruimte wordt Latok alweer gehinderd door wind, ditmaal uit blijkbaar willekeurige richtingen. Om deze "windtunnel" over te steken, moet Latok op de vreemdste manieren springen, en als hij denkt dat hij er eindelijk is, wordt hij alweer terug naar het begin gewaaid. Na heel wat frustrerende pogingen, lukt het Latok en Rune eindelijk om het einde te bereiken. Daar treft Latok als beloning een stel "Wind Gauntlets" aan. Lang heeft hij niet om van deze ontdekking te genieten. Rune en hij hebben inmiddels een balkon bereikt aan de andere kant van de toren. Daar wordt hij weer door de inmiddels overbekende stem aangesproken. Ditmaal tovert die stem een zeer gevaarlijke tegenstander tevoorschijn: een zombiedraak! Latok is zo'n beest al eens eerder tegen gekomen, maar toen had hij zelf ook een draak tot zijn beschikking. Nu heeft hij alleen z'n zwaard. De draak is niet eenvoudig te verslaan, want hij spuwt voordu- rend vuur, zoals draken doorgaans plegen te doen. Verder hebben Latok en Rune maar zeer weinig ruimte op het smalle balkon tot uitwijken. En omdat de draak een zombie is, hebben Latoks schoten niet veel effekt, omdat de draak dus eigenlijk al dood is. De enige manier om hem te verslaan, is zijn kleine kop raken, en zo zijn brein uit te schakelen... Na een lange, vermoeiende strijd valt de draak eindelijk uit de lucht, en laat de stem, die Rune heeft herkent als die van Gill Berzes, horen dat ze de beproevingen tot nu toe prima hebben doorstaan. Maar de echte problemen moeten nog begin- nen.... Wat verder bereiken Latok en Rune eindelijk een trap, die omhoog voert naar de volgende verdieping. De vier elemen- ten hebben we allemaal gehad...nu krijgen we de Hemel- verdieping. Na het vinden van een kristallen bol op deze in duister gehulde verdieping, treffen Latok en Rune er een vreemde gestalte aan... het is Saiten! De ontwerper van alle val- strikken in deze toren laat Latok weten, dat deze verdieping een van zijn knapste creaties is. Via een vreemd apparaat is het hem gelukt de hele verdieping op "magische" wijze te verlichten. Helaas zijn de vier krachtkristallen, die de boel van kracht voorzien, meegenoemen door de monsters en her en der op deze verdieping verborgen. Drie ervan weet Latok ge- makkelijk terug te vinden en terug in de machine te plaatsen. De vierde is echter spoorloos. Het kistje waar het in zou moeten zitten is leeg.... Na wat verder onderzoek treffen ze op deze verdieping een skelet aan... Zouden dit de resten zijn van Powell? Als Latok de gevonden fluit tussen de botten gooit, klinkt er ineens een stem... Powell is Latok zeer dankbaar. Zijn geest zal nu eindelijk rust kunnen vinden. Als dank laat hij Latok het laatste kristal vinden, dat hij voor zijn dood had meegenomen. Met de vier kristallen erin, gaat de machine werken, en hult de hele verdieping meteen in fel licht. Dit heeft ook nog een ander effekt. Over enkele grachten, die eerst niet over te steken waren, verschijnen nu trapjes. Latok en Rune lopen verder, en komen al snel bij een afgesloten ruimte. Plotseling klinkt er de stem van Saiten. Dit is een gevaarlijke ruimte, die ze beter niet kunnen betreden nu het licht aan is!! Als ze deze raad in de wind slaan, en deze ruimte toch binnen gaan, worden ze inmiddelijk aangevallen door een onzichtbare vijand, die ze met geen mogelijkheid kunnen treffen.... Snel vluchten lijkt de enige mogelijkheid. Dit is een serieus probleem... Met het licht aan kunnen ze deze ruimte niet door, maar met het licht uit kunnen ze niet eens bij deze ruimte komen.. Gelukkig ontdekken ze al snel een andere oplossing. Een ander geeft toegang tot een beeld, waarop een geheime schakelaar verborgen is. Deze schakelaar opent een deur in de buurt, die het gedeelte van net bereikbaar maakt. Aleen wordt de toegang bewaakt door een standbeeld. Deze stenen bewaker laat weten dat ze de koninklijke vertrekken naderen, en alleen leden van de koninklijke familie mogen erlangs. Als Latok geen bewijs heeft van koninklijke afkomst, kan hij het wel schudden.... Gelukkig heeft hij nog altijd het koninklijke wapenschild, dat hij van Pixie kreeg, toen deze hem voor de allereerste keer ontmoette. Dit laten zien aan het beeld lijkt genoeg om verder te mogen. Latok en Rune doen het licht uit, en gaan verder via de zojuist gevonden doorgang. De ruimte van zojuist bevat nu geen onzichtbare monsters meer, alleen twee zielige orkjes, die zichtbaar niet al te veel voorstellen. Latok en Rune kunnen verder, waarbij het licht op de verdieping weer aangaat. Er volgt nu een splitsing van wegen. En van de twee kan gekozen worden, en beiden leiden ze naar het doel. Ik heb Latok de linkse laten kiezen (natuurlijk bleek de rechtse later veel gemakkelijker te zijn geweest...). In het nu volgende stuk vindt Latok vier kistjes met daarin vier sleutels: een aarde-, wind-, vuur- en watersleutel. Deze sleutels moeten in de juiste volgorde geplaatst worden in de beelden, die even verderop staan. Dit lukt na enig proberen. Een stuk muur wordt nu doorzichtig, en Latok en Rune kunnen via deze opening verder. Daar staat nog n beeld, dat nog een laatste sleutel nodig heeft. Deze ontvangt hij van een pratend kistje even verderop. Ze bereiken het volgende gedeelte van deze verdieping. Dit is een wirwar van gangen, waarin ze al snel een jonge strijdster ontdekken, die naar ze zegt verloren is gelopen op deze verdieping. Ze wil heel graag naar een bepaalde kamer worden gebracht, en wijst Latok de weg. In de kamer aangekomen smijt dit wicht de deur achter Latok en voor Runes neus dicht, en toont haar, of beter gezegd zijn ware gezicht. Natuurlijk is het weer de valse Latok.... Alvorens te verdwijnen, tovert hij een aantal monsters tevoorschijn, die Latok onmiddelijk aanvallen. Duels nazaat is echter niet voor n gat te vangen, en maakt korte metten met deze troeteldiertjes. Hij vindt ook een sleutel, die de valse Latok blijkbaar per ongeluk heeft achtergelaten. Deze sleutel geeft toegang tot een ruimte waar Latok de sterkste Gauntlets vindt: Heaven-Gauntlets. Aan het eind van de allerlaatste gang komen Latok en Rune bij een poort, die gevormd wordt door twee sfinxen aan weerszij- den van de gang. Latok heeft zoiets al eens eerder gezien, en weet dat de sfinxen hen niet zullen doorlaten zonder een bepaald soort juweel. Dit juweel ligt gelukkig bij de hand in een kistje. De demonen die dat daar verstopt hebben zijn echter ook niet gek, en hebben de edelsteen eruit weggehaald. Gelukkig dat Rune erbij is.... Hij heeft zijn hanger gemaakt van zo'n zelfde edelsteen als er nu ontbreekt, en door beide voorwerpen te combineren komt het duo door de poort heen. De weg sluit zich met een klap achter hen... De volgende ruimte is een grote, gedecoreerde zaal, met een soort van altaar ervoor. Daarvoor staan twee figuren. Een is de al bekende valse Latok. De ander is de rijzige gestalte van Berzes... Berzes meent aanvankelijk samen met de valse Latok korte metten met de twee te kunnen maken, maar deze laatste laat fijntjes weten, dat hij het maar alleen moet opknappen, en teleporteert zich in veiligheid. Rune probeert zijn oude vijand over te halen Tina aan hem terug te geven. Berzes zegt dat dit onmogelijk is, want de demon waarmee hij en Acrila een bondgenootschap hebben ge- sloten, Zegraia genaamd, de oorspronkelijke bouwer van de toren, heeft haar in zijn macht. Berzes transformeert tot zijn reuzengedaante, en valt met lasers en vliegende vuisten ons krijgersduo aan. Met al hun behendigheid weten ze zijn aanvallen te overleven en hem uiteindelijk de genadeslag toe te brengen. Voor hij sterft, overhandigt Berzes aan Rune nog de laatste kristallen bol, de enige manier om de bovenste verdieping van de toren te bereiken: de verdieping der Duisternis. Deze verdieping ziet er inderdaad heel duister uit, en al snel komen Latok en Rune alweer het valse evenbeeld van Latok tegen. Ditmaal is er geen ontsnappen meer mogelijk voor hem: het draait op een gevecht uit. Hoewel hij, net als Latok, in het bezit is van forceshot-kracht, moet hij het toch af- leggen tegen de enige echte erfgenaam van Duel. Na een korte gang, bereiken Latok en Rune eindelijk de aller- laatste kamer in de toren. De beelden die de deur flankeren vertellen dat dit de "Kamer der Duisternis" is, de verblijf- plaats van de duistere bouwer van de toren. Binnen treffen ze inderdaad Zegraia aan, die niet in het minst schrikt van Latok en Rune's verschijning. Hij zegt dat het toch al te laat is om hem tegen te houden. Het uur van Gazzels wederopstanding nadert..... Hij valt Latok en Rune aan, maar deze weten zijn aanvallen met niet al te veel moeite af te slaan, en hem enkele rake klappen toe te dienen. Dan vindt Zegraia het wel genoeg geweest, en zegt dat het nu wel tijd is om zijn troefkaart uit te spelen. Hij laat Tina op zijn schouder materialiseren.... Als Latok of Rune ook maar iets proberen te doen, zal hij haar onmiddelijk doden. De twee kunnen niets anders doen dan machteloos toezien hoe Zegraia Gazzel weer tot leven gaat roepen... Gelukkig is er op het laatste moment nog redding nabij... Plotseling klinkt uit het niets de bekende stem van Fell, die laat weten dat Latok wel wat hulp kan gebruiken. Zegraia wordt plotseling omgeven door een krachtveld, waardoor hij zich niet meer kan bewegen. Dit is het werk van Pixie, die nu ineens naast Latok opduikt. Om Tina te beschermen laat Horn, die nu ook verschijnt, een beschermende magische bel om Rune's vrouw heen verschijnen. Fell teleporteert Tina in met niet al te veel moeite af te slaan, en hem enkele rake klappen toe te dienen. Dan vindt Zegraia het wel genoeg geweest, en zegt dat het nu wel tijd is om zijn troefkaart uit te spelen. Hij laat Tina op zijn schouder materialiseren.... Als Latok of Rune ook maar iets proberen te doen, zal hij haar onmiddelijk doden. De twee kunnen niets anders doen dan machteloos toezien hoe Zegraia Gazzel weer tot leven gaat roepen..... Gelukkig is er op het laatste moment nog redding nabij... Plotseling klinkt uit het niets de bekende stem van Fell, die laat weten dat Latok wel wat hulp kan gebruiken. Zegraia wordt plotseling omgeven door een krachtveld, waardoor hij zich niet meer kan bewegen. Dit is het werk van Pixie, die nu ineens naast Latok opduikt. Om Tina te beschermen laat Horn, die nu ook verschijnt, een beschermende magische bel om Rune's vrouw heen verschijnen. Fell teleporteert Tina in veiligheid. Pixie maakt als laatste haar opwachting. Ze bestookt Zegraia met een "Flame Bird" spreuk, die de demonen- architect de genadeslag geeft.. Een knap staaltje van teamwork, dus. Tina is dolblij haar echtgenoot weer terug te zien. Latok en Rune vermoeden echter dat alles nog niet voorbij is. De eindstrijd is te gevaarlijk voor Fell, Fray, Pixie en Horn, vindt Latok. Dit is werk voor echte strijders. Rune geeft Tina zijn hanger, als aandenken, mocht hij het niet overleven. Na heel wat geteleport staan Latok en Rune er weer alleen voor. Zegraia is nog net niet helemaal dood. Hij gebruikt zijn laatste krachten om Gazzel aan te roepen en deze te laten rencarneren in zijn eigen lichaam... Dit lukt hem, tot grote schrik van Latok en Rune. Hij verandert in een reusach- tige kruising tussen een dinosaurus en een kever, met ver- scheidene wapens. Gelukkig is dit enorme beest nogal log en traag, en lukt het ons strijdersduo Gazzel de doodsklap toe te brengen. Een enorme klap volgt, en de toren schudt op zijn grondvesten. Het bouwsel zakt weg in de grond! Omdat ze niet samen met de toren begraven willen worden, maken ze zich snel uit de voeten.... Helaas is de deur, die naar buiten leidt, geblokkeerd door gevallen puin! Wat nu ?! Ondertussen staan Latoks vrienden buiten de toren toe te kijken hoe de toren wegzakt. Latok en Rune zijn nog niet naar buiten gekomen.... Iedereen begint al te denken dat de twee zijn omgekomen, als in de stofwolken beweging zichtbaar wordt.... het zijn de twee strijders! Maar goed dat er nog een desintegrate-scroll over was, zodat ze voorbij die deur konden... Wat later is alles voorbij... de Tower of Gazzel is niet meer dan een rune van stenen. Voordat de groep het bos verlaat, kijkt Latok nog even om. Latok voelt, dat hem in de toekomst waarschijnlijk nog een groter gevecht wacht... (jippie! een vervolg!!) Hij onderkent eindelijk, dat de hulp van zijn vrienden in dit avontuur best wel van pas kwam, hoewel hij er in begin niet zo positief tegenover stond. Aan Fray en Pixie laat hij weten, dat hij ze niet meer als kleine kinderen zal behandelen. Voortaan zullen ze als een echt team op avontuur gaan. De twee zijn daar natuurlijk dolgelukkig mee..... De groep maakt zich op om terug naar huis te gaan om te genieten van opnieuw een verdiende vakantie....